(bewees, heeft bewezen),
1. aantonen, doen blijken dat iets is zoals beweerd of verondersteld werd : een stelling bewijzen ; het belang der vitaminen is bewezen; de toekomst zal bewijzen, dat ik gelijk heb ; — dat bewijst nog niets, geldt nog niet als bewijs;
2. betuigen, betonen, iem. een bejegening (altijd gunstig) laten ondervinden: eer bewijzen; vriendschap bewijzen; iemand een dienst bewijzen ; dank zeggen voor de bewezen belangstelling; — de laatste eer bewijzen aan een overledene, hem naar zijn laatste rustplaats begeleiden.