Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Blijken

betekenis & definitie

(het bleek, is gebleken),

1. zich vertonen, voor den dag komen: hun onschuld is gebleken; ’t zal spoedig blijken of hij geschikt is; — doen blijken van, blijk of bewijs geven van: tenzij hij van zijn tegenwoordigheid doe blijken; — laten blijken, te kennen geven: niets laten blijken, door niets zich verraden; — (koppelwerkw.) hij blijkt eerlijk, ook hij blijkt eerlijk te zijn;
2. zich (bij nader onderzoek, bij beter inzicht) zó vertonen als een bep. aanwijst: dit grootscheeps opgezette werk is ten slotte gebleken een misrekening te zijn; „hij had er nooit mee moeten beginnen”„ja, dat blijkt nu”.