Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Authentiek

betekenis & definitie

(<Gr.), bn.,

1. (rechtst.) in de wettelijke vorm door een bevoegd ambtenaar opgemaakt, rechtsgeldig: een authentieke akte;
2. (bij uitbr.) een authentiek kunstwerk, echt, werkelijk afkomstig van hem aan wie ’t wordt toegeschreven;
3. (muz.) authentieke sluiting, sluiting van een muziekstuk door het dominantakkoord in de tonica;
4. waarvan de betrouwbaarheid is gewaarborgd: authentieke landkaarten;authentieke berichten, betrouwbaar, geloofwaardig.

< >