Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Alsem

betekenis & definitie

m., volkst. akst, aalst,

1. samengesteldbloemige plant (Artemisia absinthum) met bittere bladeren en bloemen ; 2. de toppen en bloesemknoppen der gen. plant collectief, als stof;
3. ’t zeer bittere aftreksel van de knoppen der gen. plant als maagbitter aangewend ;

(fig.) zijn pen in gal en alsem dopen, scherpe, bittere taal schrijven ;

4. (fig.) wat bitter is, bitterheid, bittere, grievende smart: ’s levens alsem; het lot is verscheiden: voor de één honing, voor de ander alsem.

< >