Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afdrukken

betekenis & definitie

(drukte af, heeft afgedrukt),

1. iets door drukken of duwen van iets anders verwijderen: druk die plank wat af; hij drukte de punt van zijn griffel af ;
2. iets in beeltenis of kopie overbrengen door middel van drukken : een zegel in was afdrukken; een lettervorm op het papier afdrukken ; dat zegel drukt slecht af, laat een slechte figuur achter ; met objectsverwiss.: dit. blad is niet goed afgedrukt, de afdruk der letters is niet scherp ; — zich afdrukken, zijn beeld op of in iets drukken of nalaten;
3. (fot.) de voorstelling van een negatief op gepraepareerd papier overbrengen: deze portretten zijn bij gaslicht afgedrukt;
4. ten einde toe drukken, het bepaalde aantal afdrukken van iets vervaardigen : voordat de hele oplage afgedrukt was, werd er beslag op gelegd ;
5. gewone term die men na correctie op de laatste proef (revisie) schrijft om verlof tot het trekken der definitieve afdrukken te geven, Lat. imprimatur ;
6. in druk voltooien : de persen hebben de laatste maanden heel wat af gedrukt;
7. verslijten door er mee te drukken : die letter, die plaat is afgedrukt.