Groot woordenboek der Nederlandse taal Van Dale Uitgevers (1950) Gepubliceerd op 01-01-2021 Aanvoerder betekenis & definitie m. (-s), 1. bevelhebber, leider, hoofd; 2. (ontl.) spier die een lichaamsdeel naar de as van het lichaam voert. Gerelateerd Betekenis van Aanvoerder Synoniemen van Aanvoerder Spelling van Aanvoerder Lukraak woord Uitgelicht Gratis Formule 1 Encyclopedie Word nu Ensie lid!