Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aankleven

betekenis & definitie

(kleefde aan, heeft aangekleefd), door kleefstof (zich) aan iets anders vasthechten; bijna uitsluitend fig.: verkeerdheden, gebreken kleven ons aan, zijn ons eigen, wij zijn er mee behept; — (fig.) iem. aankleven, sterk aan hem gehecht of verknocht zijn, hem getrouw blijven, voortdurend aanhangen; — iets aankleven, er aan gehecht blijven, er geen afstand van doen.