Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

Gepubliceerd op 26-11-2020

INTELLECTUS

betekenis & definitie

1. Verstand. Ex hoe aliquis intellegere dicitur, quod intcrius in ipsa rei essentia veritatem quodammodo legit, s.

THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 15, A. I, C.,Dat iemand verstaat, wordt hierom gelegd, dat hij eenigszins in de wezenheid zelf der dingen de waarheid leest. — Intellectus est potentia reflexiva, Het verstand is een terugschouwend vermogen. — Obiectum intellectus est quod quid est, Dat wat iets is is voorwerp van het verstand. — Intellectus recipit similitudinem eius, quod intellegitur, incorporaliter et immaterialiter, s. THOMAS, COMM. IN II DE ANIMA LECT. 12, Het verstand ontvangt op onlichamelijke en onstoffelijke wijze het evenbeeld van wat verstandelijk gekend wordt. — Intellectus ... noster ... intellegit abstrahendo speciem intellegibilem a .... materia, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 86, A. 1, C., Ons verstand verstaat door het verstandelijk kenbeeld uit de stof te halen. — In prima ... operatione (intellectus) est aliquod primum, quod cadit in conceptione intellectus, scilicet hoe quod dico ens; nec aliquid hac operatione potest mente concipi, nisi intellegatur ens, S.

THOMAS, COMM. IN IV METAPHYS. LEGT. 6, Bij de eerste kenverrichting van het verstand komt er iets op de eerste plaats, dat door het verstand wordt opgevat, dat wat we zijn noemen namelijk, en niets kan bij bewuste verrichting door den geest worden opgevat of eerst dient het zijnde ingezien. — Intellectus ... respicit suum obiectum secundum communem rationem entis, s. THOMAS, SUM. THEOL. i, Q. 79, A. 7, C., Het verstand beschouwt zijn voorwerp naar het algemeene zijnsopzicht. — Cognoscit (intellectus') naturam speciei, sive quod quid est directe extendendo seipsum, ipsum autem singulare per quandam reflexionem inquantum redit super phantasmata, a quibus species intellegibiles abstrahuntur, S. THOMAS, COMM.

IN III DE ANIMA LEGT. 8, Het verstand kent den soortelijken aard of de watheid van iets door een rechtstreeksch buiten zich zelf treden, het afzonderlijke integendeel door terugschouwing; het kent het namelijk door tot het zlntuigelijke beeld waaruit het verstandelijk beeld gehaald wordt, terug te gaan. — Intellectus cognoscit universalia, s. THOMAS, COMM. IN ii DE ANIMA LECT. 12, Het verstand kent het algemeene. — Singulare in rebus materialibus intellectus noster directe et primo cognoscere non potest, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 86, A.

I, C., Het afzonderlijke op stoffelijk gebied kan ons verstand niet rechtstreeks en op de eerste plaats kennen. — Susceptivum ... intellegibilis et substantiae intellectus est, ARISTOTELES, XI METAPHYS. C. 7; 1072, B, 23-24, Het verstand ontvangt het verstandelijk kenbare en de zelfstandigheid. — Intellectus noster natus (est) intellegere omnes res sensibiles et corporeas, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 7, Ons verstand is geschikt om alle zintuigelijke en lichamelijke dingen te verstaan. — Intellectu(s) ... non est cognoscitivus tantum unius generis sensibilium, sicut visus vel auditus, vel omnium qualitatum et accidentium sensibilium communium vel propriorum, sed universaliter totius naturae sensibilis, S. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 7, Het verstand kent niet alleen één soort van zintuigelijke wezens, zooals voor het gezicht en het gehoor het geval is, of ook alle gemeenschappelijke of eigen zintuigelijke hoedanigheden en bijkomstigheden, maar de heele zintuigelijke natuur kent het onbegrensderwijze. — Sensus ... recipit species sine materia, sed tamen cum condicionibus materialibus, intellectus autem etiam a condicionibus materialibus species depuratas recipit, s.

THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 2, A. 2, c., De zintuigen ontvangen hun kenbeeld zonder stof, hoewel in stoffelijken toestand, het verstand integendeel ontvangt zjjn kenbeeld eerst wanneer het van al het stoffelijke gelouterd is. — Intellectus (fit) in actu, inquantum recipit intellegibile, S. THOMAS, COMM. IN XII METAPHYSIC. LECT. 8, Het verstand wordt verdadelijkt in zoover het het verstandelijk kenbare ontvangt. — Intellectu(s) nost(er) dupliciter abstracta intellegi(t), uno modo sicut universalia intellegimus abstracta a singularibus, alio modo mathematica abstracta a sensibilibus, s.

THOMAS, COMM. IN I METAPHYSIC. LECT. 10, Ons verstand verstaat afgetrokken dingen op twee manieren, vooreerst zooals we het algemeene kennen nadat het van het afzonderlijke ontdaan is; verder zooals we het wiskundige kennen nadat het van het zintuigelijke ontdaan werd. — Intellectus intellegendo fit omnia, Verstandelijk kennend wordt het verstand alles. — Intellectus est in principio sicut tabula rasa, Het verstand is bij het begin als een naakte plank. — Intellectus natus est aptus ad omnia inlellegenda, Het verstand is geschikt om alles verstandelijk te kennen. — Intellectus indiget sensu, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 13, Het verstand heeft de zintuigen noodig. — Nihil est in

inteliectu quod non prius fuerit in sensu, Niets is in ’t verstand dat niet eerder in den zin was,
BEYSENS, ALGEMEENE ZIELKUNDE II, 93. — Etiam,post quam species intellegibiles abstraxit, non potest (intellectus) secundum eas actu intellegere, nisi convertendo se ad phantasmata, in quibus species intellegibiles intellegit, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 86, A. I, C., Ook wanneer het verstand het verstandelijk kenbeeld van het stoffelijke ontdaan heeft, kan het hierdoor niet metterdaad verstaan zonder toedoen van het zintuigelijke beeld waarin het het verstandelijk kenbeeld inziet. —Assentit... alicui intellectus dupliciter uno modo, quia ad hoc movetur ab ipso obiecto, quod est vel per seipsum cognitum, sicut patet in principiis primis, quorum est intellectus-, vel est per aliud cognitum, sicut patet de conclusionibus, quarum est scientia. Alio modo intellectus assentit alicui, non quia sufficienter moveatur ab obiecto proprio, sed per quandam electionem voluntarie declinans in unam partem magis quam in aliam, s.

THOMAS, SUM. THEOL. II-II, Q. I, A. 4, C., Het verstand kan op twee manieren iets aannemen. Ten eerste, omdat het daartoe bewogen wordt door het voorwerp zelf, dat ofwel op zichzelf gekend is (zoals de eerste beginselen die het voorwerp zjn van het inzicht), ofwel gekend is door iets anders zooals de gevolgtrekkingen, die het voorwerp zijn van de wetenschap). Ten tweede niet omdat het door zijn eigen voorwerp voldoende bewogen wordt, maar omdat het ten gevolge van een vrije keus, vrijwillig meer overhelt naar den eenen kant dan naar den anderen kant, THEOL.

SUM. XI, 18. — Actuum ... ad intellectum pertinentium quidam habent firmam assensionem absque tali cogitatione, sicut cum aliquis considerat ea quae scit vel intellegit ... Quidam vero actus intellectus habent quidem cogitationem informem absque firma assensione sive in neutram partem declinent, sicut accidit dubitanti, sive in unam partem magis declinent, sed tenentur aliquo levi signo, sicut accidit suspicanti, sive uni parti adhaereant, tamen cum formidine alterius, quod accidit opinanti, s. THOMAS, SUM. THEOL. II-II, Q. 2, A.

I, C., Onder de verstandsakten ... zijn er, die met een vaste instemming gepaard gaan, zonder dat onderzoek, zooals bij hem die beschouwt wat hij reeds weet of begrijpt... In andere verstandsakten echter heeft het onderzoek zijn vorm nog niet bereikt, en is er geen vaste instemming, hetzij men naar geen enkelen kant overhelt, zooals hij die twijfelt, hetzij men overhelt naar een of anderen kant, maar door een lichte reden weerhouden wordt, zoals hij die een vermoeden heeft, hetzij men wel partij kiest, maar niettemin vreest dat het tegenovergestelde kan waar zijn, zooals hij die omtrent iets een meening heeft, THEOL. SUM. XI, 6O. — Dum intellectus noster procedit de potentia in actum, primo occurrit sibi confustm quam distinctum, S. THOMAS, COMM. IN 1 PHYSIC, LECT.

I, N° 7, Wanneer ons verstand van aanleg tot daad overgaat, doet zich eerst het onduidelijke en pas daarna het duidelijke voor. — Res exterior intellecta a nobis in inteliectu nostro non exsistit secundum proprium naturam, sed oportet quod species eius sit in inteliectu nostro, per quam fit intellectus in actu, s. THOMAS, SUM. C. GENT, I, 53, De uiterlijke dingen die door ons verstandelijk gekend worden, bestaan niet naar hun eigen natuur in ons verstand, maar hun kenbeeld dient in ons verstand aanwezig te zijn en aldus gaat het verstand tot daad over. — Licet... id in re esse oporteat quod intellectus intellegit, non tamen eodem modo, s. THOMAS, COMM. IN I METAPHYSIC.

LECT. 10, Hoewel wat het verstand kent moet in werkelijkheid zijn, toch moet het niet op die wijze zijn. — Ex natura intellectus, quae est alia a natura rei intellectae necessarium est quod alius sit modus intellegendi quo intellectus intellegit, et alius sit modus essendi quo res exsistit, s. THOMAS, COMM, IN I METAPHYSIC. LECT. 10, Uit den aard van het verstand die anders is dan de aard van het verstandelijk gekende, volgt dat de wijze waarop het verstand kent en de zijnswijze van de dingen verschillen. — Proprium ... obiectum intellectus est verum, s. THOMAS, SUM. C. GENT.

III, I07, Het ware is het eigen voorwerp van het verstand. — Intellectus dicitur verus, secundum quod conformatur rei, falsus autem secundum quod discordat a re, S. THOMAS, COMM. IN I PERIHERMEN. LECT. 3, N° 7, Het verstand wordt waarachtig genoemd in zoover het met de dingen strookt, onwaar in zoover het van de dingen afwijkt. — Intellectus apprehendens quod quid est absque compositione et divisione semper est verus, s. THOMAS, COMM. IN I METAPHYSIC.

LECT. 3, Het verstand dat met samenstelling noch verdeeling waarneemt wat iets is, is immer waarachtig. — Impossibile est ... quod sit aliquis intellectus naturaliter circa cognitionem veri aberrans, s. THOMAS, SUM. C. GENT. in, 107, Het gaat niet aan, dat een versland van natuur uit omtrent de kennis van het ware zou dwalen. — Intellectus ... comparatur ad intellegibile, sicut potentia ad actum et perfectibile ad perfectionem, s. THOMAS, COMM. IN XII METAPHYSIC. LECT. 8, Het verstand staat tot het verstandelijk kenbare in dezelfde verhouding als aanleg tot daad en het vervolmaakbare tot de volmaaktheid. — Fit ... intellectus intellegibilis per hoe quod attingit aliquod intellegibile, IBIDEM, Het verstand wordt verstandelijk wanneer het iets verstandelijk kenbaars bereikt. — Cum ipse intellectus fiat intellegibilis concipiendo aliquod intellegibile, sequetur quod idem sit intellectus et intellegibile, IBIDEM, Daar het verstand zelf wanneer het iets verstandelijk kenbaars opvat verstandelijk kenbaar wordt, zoo zijn het verstand en het verstandelijk kenbare één. — Si accipiamus intellegibilia actu, idem est intellectus et quod intellegitur, sicut idem est sentiens in actu et quod sentitur in actu, S.

THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 9, Wanneer het om het metterdaad verstandelijk kenbare gaat, dan zijn het verstand en het verstandelijk kenbare één en hetzelfde, zoals ook wie metterdaad zintuigelijk waarneemt en wat metterdaad zintuigelijkwaargenomen wordt één en hetzelfde zijn. — Sensus in actu et scientia vel intellectus in actu sunt scibilia et sensibilia in actu, s. THOMAS, COM. IN III DE ANIMA LECT. 13, De verdaadwerkelijkte zintuigen en de verdaadwerkelijkte wetenschap of het verdaadwerkelijkt verstand zijn het metterdaad kenbare en zintuigelijk waarneembare. — Hoc est de ratione intellectus quod intellegat seipsum, inquantum transumit vel concipit in se aliquid intellegibile, s. THOMAS, COMM. IN XII METAPHYSIC.

LECT. 8, Tot het wezen van het verstand behoort dat het verstand, wanneer het iets verstandelijk kenbaars opneemt of ontvangt, zich zelf verstandelijk kent. — Non ... cognoscimus intellectum nostrum nisi per hoc, quod intellegimus nos intellegere, s. THOMAS, COMM. IN in DE ANIMA LECT. 9, Ons verstand kernen we alleen in zoover we verstaan dat we verstaan. — Intellectus est quodammodo intellegibilis, sicut sensus sensibilis, S. THOMAS, COMM. IN IU DE ANIMA LECT. 13, Het verstand is eenigszins verstandelijk kenbaar, evenals de zintuigen zintuigelijk kenbaar zijn. — Si ... intellectus et voluntas considerentur secundum se, sic intellectus eminentior invenitur. Et hoe apparet ex comparatione obiectorum ad invicem, s.

THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 82, A. 3, C., Wanneer verstand en wil in zich zelf beschouwd worden, dan blijkt het verstand voortreffelijker te zijn; dit wordt toch door de vergelijking van beider voorwerp uitgewezen. — Obiectum ... intellectus est simplicius et magis absolutum quam obiectum voluntatis, IBIDEM, Het voorwerp van het verstand is enkelvoudiger en meer volstrekt dan het voorwerp van den wil. — Intellectus est optimum eorum quae in nobis sunt, S. THOMAS, COMM. IN X ETHIC. NICOM.

LEGT. xo, Het verstand is het voortreffelijkste in ons. — Cum ... intellectus noster natus sit intellegere omnes res sensibiles et corporeas, oportet quod careat omni natura corporali, sicut sensus visus caret omni colore, propter hoc quod est cognoscitivus coloris, s. THOMAS, COMM. IN in DE ANIMA LECT. 7, Daar ons verstand geschikt is om al het zintuigelijke en lichamelijke verstandelijk te kennen, zoo moet het zonder eenige lichamelijke natuur zijn, evenals het gezicht daar het de kleuren onderkent, zelf geen kleur heeft. — Debilitatur ... intellectus ex laesione alicuius organi corporalis indirecte, inquantum ad eius operationem requiritur operatio sensus habentis organum, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 7, Bij het kwetsen van een lichamelijk orgaan neemt onrechtstreeks het verstand af, de verrichtingen van het verstand hebben immers de verrichtingen van bewerktuigde zintuigen noodig.Intellectus abstrahens, Aftrekkend verstand. Intellectus aeternus, Eeuwig verstand. Intellectus agens, Inwerkend verstand, DE VALK, S. THOMAS’ VROEGSTE KENLEER 387, werkend verstand, vormend verstand (Tgd Intellectus possibilis, Begrijpend verstand). Intellectus agens est nobilior possibili, s.

THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 10, Het inwerkend verstand is voortreffelijker dan het begrijpend verstand. — Ea quae sunt intellegibilia in potentia, facit (intellectus agens) intellegibilia in actu, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 10, Wat in aanleg verstandelijk kenbaar is, maakt het inwerkend verstand metterdaad verstandelijk kenbaar. — Intellect us agens comparatur ad possibilem sicut agens ad materiam, S. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 10, Het

inwerkend verstand staat tot het begrijpend verstand in dezelfde verhouding als de bewerker tot de stof. — Intellectus ... agens comparatur ad (intellegibilia) ut ens in actu,
S. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 10, Het inwerkend verstand staat tegenover het verstandelijk kenbare als het zijnde metterdaad. — Intellectus agens comparatur ad species intellectus in actu, sicut ars ad species artificiatoruni, per quas agit, S. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 10, Het inwerkend verstand staat tot de kenbeelden van het metterdaad kennend verstand in degelfde verhouding als kunst tot het kenbeeld van het kunstwerk waardoor ge werkt. — In receptione qua intellectus possibilis species rerum accipit a phantasmatibus, se babent phantasmata ut agens instrumentale et secundarium, intellectus vero agens ut agens principale et primutn, s. THOMAS, QU.

DISP.DE VERITATEQ. 10, A. 6, AD 7, Wanneer het begrijpend verstand het kenbeeld van iets van het zintuigelijke kenbeeld ontvangt, dan treedt het zintuigelijke kenbeeld als werktuigelijke en ondergeschikte oorzaak op, het inwerkend verstand integendeel als eerste en hoofdoorzaak.Intellectus angelicus, Engellijk verstand. Intellectus beatus, Zalig verstand. Intellectus coniunctus, Met een lichaam vereenigd verstand. Intellectus contemplativus, Beschouwend verstand. Intellectus creatus, Geschapen verstand. Intellectus Dei, Goddelijk verstand, Gods verstand. Intellectus (Dei) est ipsum suum intellegere, S. THOMAS, COMM. IN XII METAPHYSIC. LECT. 8, Gods verstand is zijn verstandelijk kennen zelf. Intellectus deiformis, Godvormig verstand. Intellectus discursivus, Redeneerend verstand. Intellectus divinus, Goddelijk verstand. Intellectus hominis, Menschelijk verstand. Intellectus humanus, Menschelijk verstand. Intellectus in actu, Metterdaad werkend verstand. Intellectus in potentia, Verstand in aanleg. Intellectus increatus, Ongeschapen verstand. Intellectus inferior, Lager verstand.

Intellectus inquisitivus, Vorschend verstand. Intellectus operativus, Bedrijvend verstand. Intellectus passivus, Lijdend verstand. Intellectus possibilis, Begrijpend verstand, DE VALK, S. THOMAS’ VROEGSTE KENLEER 388, denkvermogen, MORSCH, EEN OUD WIJSGEERIG PROBLEEM ESSENTIE EN EXISTENTIE II, 59, kenvaardig verstand, daadvaardig verstand, lijdelijk verstand (Tgd Intellectus agens, Inwerkend verstand). Intellectus possibilis est separatus, impassibilis est immixtus, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA I.ECT. 10, Het begrijpend verstand blijft afgezonderd, onlijdelijk en onvermengd. — Intellectus possibilis non est aliquid corporeum vel commixtum ex rebus corporalibus, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LEGT. 7, Het begrijpend verstand is niet iets lichamelijks of een mengsel van lichamelijke dingen. — Intellectus possibilis recipit formas ut intellegibiles actu, ex virtute intellectus agentis, sed ut similitudines determinatarum rerum ex cognitione phantasmatum, S.

THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 10, A. 6, AD 7, Het kenvaardig verstand ontvangt door toedoen van het inwerkend verstand de kenvormen als metterdaad verstaanbaar, hoewel als evenbeelden van bepaalde dingen uit de kennis van de zintuigelijke kenbeelden. — Actionis effectus relinquitur in intellectu possibili secundum condicionem utriusque et non secundum condicionem alterius tantum, IBIDEM, Het uitwerksel der kenverrichting is in het begrijpend verstand overeenkomstig de gesteltenis van beide, begrijpend en inwerkend verstand, en niet overeenkomstig de gesteltenis van één van beide. — Intellectus possibilis comparatur ad intellegibilia, ut in potentia exsistens ad illa, S. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LEGT. 10, Het begrijpend verstand is tegenover het verstandelijk kenbare als in aanleg er toe. — Est ... intellectus possibilis in potentia ad intellegibilia sicut indeterminatum ad determinatum, IBIDEM, Het begrijpend verstand is tot het verstandelijk, kenbare in aanleg, evenals het onbepaalde tot het bepaalde. — Intellectus possibilis, qui est tantum in potentia in ordine inietlegibilium, non intellegit neque intellegitur nisi per speciem in eo susceptam, s. THOMAS, COMM.

IN III DE ANIMA LECT. 9, Het begrijpend verstand dat tegenover het verstandelijk kenbare enkel in aanleg is, kent noch wordt gekend behalve met behulp van een kenbeeld dat het daartoe ontvangt. — Intellectus possibilis non habet determinate naturam alicuius rerum sensibilium, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 10, Het begrijpend verstand heeft niet op bepaalde wijze de natuur van een of ander zintuigelijk wezen. — Si ... intellectus agens haberet in se determinationem omnium intellegibiluim, non indigeret intellectus possibilis phantasmalibus, sed per solum intellectum agentem reduceretur in actum omnium intellegibilium, IBIDEM, Indien het inwerkend verstand al het verstandelijk kenbare op bepaalde wijze bevatte, dan zou bet begrijpend verstand geen zintuigelijk beeld noodig hebben, maar door het inwerkend verstand alleen zou het er toe gebracht worden al het verstandelijk kenbare metterdaad te kennen. Intellectus potentialis, Kenvaardig verstand. Intellectus practicus, Praktisch verstand (Tgd Intellectus speculativus, Bespiegelend verstand). Intellectus primus, Eerste verstand. Intellectus ratiocinativus, Redeneerend verstand. Intellectus reflexus, Terugschouwend verstand. Intellectus secundus, Tweede verstand. Intellectus separatus, Van het lichaam gescheiden verstand. Solus intellectus separatus est hoc quod vere est, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 10, Alleen het afgescheiden verstand is dat wat waarlijk is. Intellectus simplex, Enkelvoudig verstand. Intellectus speculativus, Bespiegelend verstand (Tgd Intellectus practicus, Praktisch verstand). Intellectus speculativus per extensionem fit practicus, s. THOMAS, QU.

DISP. DE VERITATE Q. 2 2, A. 10, ARG. 4, Het bespiegelend verstand wordt door uitbreiding praktisch verstand. — Intellectus superior, Hooger verstand. Intellectus supernaturalis, Bovennatuurlijk verstand. 2. Verstandsdaad. Intellectus appetitivus, Strevend verstand, DE COCK, OVER DE MENSCHELIJKE DADEN 34, daad van het verstandelijk streefvermogen. Intellectus cognoscens quod quid est, De watheid van iets inziende verstandsdaad. Intellectus componens, Samenstellende verstandsdaad. Intellectus componens et dividens, Samenstellende en scheidende verstandsdaad. Intellectus discursivus, Redeneerende verstandsdaad. Intellectus dividens, Scheidende verstandsdaad. Intellectus ratiocinans, Redeneerende verstandsdaad.

3. Verstand (als hebbelijkheid). Intellectus, qui est habitus principiorum, praesupponit aliqua iam intellecta in actu, scilicet terminos principiorum, per quorum inlellegentiam cognoscimus principia, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 10, Het verstand, als hebbelijkheid der beginselen bedoeld, onderstelt dat sommige dingen vooraf metterdaad worden ingezien, de termen namelijk der beginselen en dank zij het inzicht van de termen zullen de beginselen worden ingezien. — Intellectus habitualis, Verstand als hebbelijkheid. Intellectus principiorum, Verstandelijke hebbelijkheid der beginselen. Prima ... principia speculabilium nobis naturaliler indita non pertinent ad aliquam specialem potentiam, sed ad quendam specialem habitum, qui dicitur intellectus principiorum, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 79, A. 12, C., De eerste beginselen der bespiegelende kennis die ons van nature aangeboren zijn, hooren niet bij een bizonder vermogen, maar wel bij een bizondere hebbelijkheid die verstandelijke hebbelijkheid der beginselen heet.
4. Verstand (als gave van den H. Geest).
5. Verstandelijk inzicht. Intellectus affirmativus, Bevestigend inzicht. Intellectus falsus, Valsch inzicht. Intellectus negativus, Ontkennend inzicht. Intellectus rectus, Juist inzicht. Intellectus verus, Waar inzicht.
6. Verstandelijke voorstelling. Intellectus complexorum, Verstandelijke voorstelling van het samengestelde. Intellectus compositus, Samengestelde verstandelijke voorstelling. Intellectus incomplexorum, Verstandelijke voorstelling van het enkelvoudige. Intellectus incomplexus, Enkelvoudige verstandelijke voorstelling. Intellectus mathematicus, Wiskundige verstandelijke voorstelling. Intellectus naturalis, Natuurkundige verstandelijke voorstelling.