Gepubliceerd op 21-06-2017

Zwart

betekenis & definitie

zie ook de man in het zwart; de Zwarte Internationale; zwartepiet

1. de -e bende, de douane. Deze uitdr. wordt vooral in de Rotterdamse haven gebruikt. De ben. is niet geheel naar waarheid, want deze controleurs dragen helblauwe overalls met een zaklamp in hun kontzak. Ze moeten echter de verboden smokkelwaar ontdekken en meenemen. Zwart is hier dan ook een verwijzing naar het ontduiken van de belasting en de zwarte handel die hieruit voortvloeit.

De ene reis zie je die Zwarte Bende helemaal niet, en de volgende halen ze je hele schip ondersteboven. (Jan Noordegraaf: Goede morgen kapitein.

We zitten aan de grond, 1986)

Je zou verwachten dat de surveillerende douaniers - in de haven beter bekend als ‘Zwarte Bende’ - aan boord springen en het schip binnenste buiten keren. (Elsevier, 10/08/91)

2. de -e brigade/garde, in de Vlaamse muziekpers een schertsende ben. voor de post-punkers, de jeugdige muziekliefhebbers die van doemmu- ziek houden, in hun gedrag een zekere apathie vertonen en die doorgaans in het zwart gekleed gaan. De uitdr. werd omstreeks 1984 gelanceerd door De Morgen. In Engeland noemde men deze jongeren gothics, terwijl hardrockers en hun fans greatcoat brigade gedoopt werden.

Men zegt dat Seaside het festival van de zwarte brigade is. (De Morgen, 25/07/86)

Vroeger wilde ik wanhopig weten wat er onder de jeugd leefde, wat ze goed vonden. Maar ik ben zwaar teleurgesteld in die Zwarte Brigade-groe- pen. (Humo, 30/10/8 6)

de doembeweging, spottend zwarte brigade genoemd. (Backstage, februari 1987)

Zwarte brigade is verder ook nog een term om neo-fascisten mee aan te duiden. In Nederland bedoelt men er in de eerste plaats het bedienend personeel uit de horeca mee:

De eisen die aan de ‘zwarte brigade’ (de bediening) worden gesteld, zullen in de toekomst zwaarder worden. (De Volkskrant, 15/02/92)

Met studenten, die tijdens het inschenken met hun trui je neus afvegen en die je nauwelijks een ‘zwarte brigade’ kunt noemen - zoals de bediening in vakjargon heet - tenzij je nagelranden aanrekent? (Elsevier, 16/01/93)

Dan wordt de landerige zondagmiddag plots opgeschrikt door de glorieuze entree van een zeer rank meisje met lang blond haar. Ze draagt een lange sneeuwwitte mantel en daaronder een nauwsluitende inktzwarte catsuit. Vanuit alle hoeken stuift de zwarte brigade toe. (Esquire, juli/augustus 1993)

3. de -e hond hebben, destijds in Ned.-Indië aanduiding voor verliefdheid op een zwarte (Indische) huishoudster. Van Dam citeert S. Kalff: De Nieuwe Taalgids, 1920.
4. het -e beest, onder wielrenners het zinnebeeld voor het noodlot, de tegenslag. Met het zwarte beest/met een beestje op de rugzitten/fietsen is ‘achtervolgd worden door pech’ (zie meteen beest op de rug fietsen/rijden). Spaanse renners gebruiken hiervoor de uitdr. mano negro ‘zwarte hand’, terwijl Franse renners in hun argot spreken van la Sorcière aux dents vertes ‘de heks met de zwarte tanden’. De Nederlandse uitdr. is wellicht terug te voeren tot het bijgeloof rond zwarte dieren. Volgens de superstitie zou bijv. een zwart schaap het duivelsteken dragen, terwijl een zwarte kat op iemands weg ongeluk meebrengt.

‘De Glandon,’ schuddebolde Claudy. ‘Voor mij blijft dat het zwarte beest. Al vaker ben ik op die col onderuit gegaan.’ (De Morgen, 15/07/88)

Het lijkt wel alsof je zonder ploeg geen Ronde van Vlaanderen kan winnen. Ofwel blijft de Ronde mijn zwart beest, ofwel moet ik iets aan die ploeg- sterkte doen. (Sportief, april 1989)

5. het -e goud, ten tijde van de kolonisatie een aanduiding voor negerslaven. Vgl. 8.
6. het -e koor, clichében. voor ‘het machineka- merpersoneel, de stokers’. In soldatenslang ook ‘de chauffeurs en monteurs van een eenheid’.

Terwijl de komplete bemanning tien matrozen en zes leden van ’t zwarte koor behoort te zijn. (Jan Mens: Er wacht een haven, 1950)

Ongetwijfeld was hij de baas van het zwarte koor. (Jan Noordegraaf: Goede morgen kapitein. We zitten aan de grond, 1986)

Volgens het zwarte koor van onze boot, waren de bemanningsleden van de Stuyvesant van de klets- klets. (Haring Arie: De Sarkast, 1989)

7. - ivoor, clichében. voor ‘(neger)slaven’. Ook in het Engels: black ivory.

Men houdt dan ook thans nog precies dezelfde slavenjachten als weleer en brengt het geroofde ‘zwarte ivoor’ tot aan de kust. (Het Leven, 09/11/06) Clints boek zou ‘Zwart ivoor1 gaan heten, een cryptische verwijzing naar de Afrikaanse hoeren die zo’n aanzienlijke rol speelden in zijn nachtclub aan de Oostafrikaanse kust. (Vrij Nederland, 21/01/95)

8. -e kip, Bargoense term voor ‘pastoor’. Een witte kip is een politieagent.

Zwarte Internationale, in de communistische terminologie van weleer ‘de rooms-katholieke kerk’. Ook in het Engels: Black International. Spilfiguur van de Zwarte Internationale aangehouden in Venezuela. (De Morgen, 30/03/87)