Gepubliceerd op 21-06-2017

Rug

betekenis & definitie

1 dat zal me aan de - roesten, zie dat zal me aan mijn kont/reet/rug roesten.

2 je kunt mijn - op, ik denk er niet aan; vergeet het maar; om de dooie dood niet. Informele uitdr. Van Rotterdamse origine? In Opoe Herfst als volgt omschreven: ‘Uitdr. waarmee men te kennen gaf dat de discussie over een bepaald onderwerp als gesloten werd beschouwd.

Het behoefde niet letterlijk genomen te worden.’

Meesmuilend wil men er tenslotte ƒ5000 per stuk voor neertellen, waar meneer Morgan niets voor voelt. ‘Me rug op.’ Het dubbele. (Ben Borgart: Blauwe nachten, 1978)

En de Amsterdamse Bond van Interieurverzorg- sters (de ABI) kan mijn rüg op, mijn gebroken rug! (Jos Brink: Allemaal poppenkast, 1981)

Je kan m’n rug op. Ik zoek het zelf wel uit. (J.M.A. Biesheuvel: De wereld moet beter worden, 1984) Collaboratie? Landverraad? Ze konden m’n rug op en m’n buik weer af! (J.A. Deelder: Modern Passé, 1988)

De Heer kan m’n rug op. (René Appel: De derde persoon, 1990)

Je kan m’n rug op, Van Dreutelen. (J.A. Deelder:

De T van Vondel, 1990)

Voor de rest kan iedereen mijn rug op. (Vrij Nederland, 25/02/95)

De critici kunnen sindsdien mijn rug op. (Nieuwe Revu, 01/03/95)

3. op de- het geld verdienen, verdienen door als prostituee te werken.

... hetzij in de sportscholen waar de ‘bikkers’ aan hun spieren werkten terwijl hun vrouwen op hun rug het geld verdienden. (HP/De Tijd, 20/09/91)

4. op de- staan, te bed liggen. Verouderd soldaten- en marineslang. Al vermeld in Woordenschat.
5. uitje - brullen, zijn gevoeg doen. Slanguitdr. van (Utrechtse) studenten. Jaren tachtig.
6. zijn - snuiten/verlengen, zijn behoefte doen.

In het slang van soldaten en Nederlandse mariniers in Cambodja. Tegenwoordig is deze uitdr. ook populair in studentenkringen. Syn. zijn ruggengraat verlengen. Vgl. aanzijn bruine trui breien.