Gepubliceerd op 21-06-2017

Wild

betekenis & definitie

1. bij de- espinnen/beesten af, gezegd van iets dat de spuigaten uitloopt. Informele uitdr.

Dat is natuurlijk bij de wilde spinnen af. (Haagse Post, 07/02/87)

‘Da’s bij de wilde spinnen af!’ verbaasde de andere zich opnieuw. ‘Nou loopt de wereld op een end!’ (A.M. de Jong: Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

Maar het hanteren van het instrument van volkenrechtelijke erkenning bij wijze van sanctie is toch werkelijk bij de wilde spinnen af. (De Volkskrant, 30/11/91)

Siep reed hem finaal plat, met paal en al. Dat is toch bij de wilde spinnen af! (Chris Bos: De woede van de bassist, 1992)

2. door de -e honden besnuffeld, niet goed wijs;

gek. Slanguitdr. Syn. van depot gerukt/gepleurd/ getrokken; van de ratten bekloven/besnuffeld/beze- ken/gebeten/genaaid.

Is iedereen nou en masse van de pot gerukt of door de wilde honden besnuffeld, of wat? (Donald Olie: De billen van Yvonne, 1990)