Synoniemen zoeken
Synoniem van wild
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
wild
wild - [znw] de gezamenlijke dieren waarop mensen jagen. Groot wild, zoals herten en evers, heet grofwild. Roodwild is kleiner grofwild, zoals herten en reeën; zwartwild of, met een jagersterm, borstel wild is groter grofwild, zoals evers. Hazen, fazanten, snippen, enzovoort vallen onder de term kleinwild. Haarwild bestaat uit zoogdieren, waterwild uit bepaalde watervogels, waaronder ganzen, eenden, goudplevieren en meerkoeten. Afschot is afgeschoten wild, of wild dat moet worden afgeschoten.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
wild
wild - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
1. niet aan mensen gewend, bang voor mensen
♢ er lopen veel wilde katten in Amsterdam
2. zonder moderne beschaving
♢ er wonen nog twee wilde stammen in dat land
3. onbeheerst en ruw
♢ hij maakte allerlei wilde gebaren
1. een wilde staking
[niet georganiseerd maar spontaan]
2. in het wilde weg
[zonder goed te kijken of te denken]
3. wild enthousiast
[erg enthousiast]
4. zijn wilde haren verliezen
[zijn jeugdige onbezonnenheid kwijtraken]
5. wilde verhalen
[overdreven of verzonnen verhalen]
6. in het wilde weg
[lukraak, zomaar]
7. het wilde westen
[het westen van de Verenigde Staten in de tijd dat er nog geen gezag was]
4. als in de vrije natuur
♢ dit zijn wilde rozen, ze worden niet gekweekt
1. dieren waarop gejaagd wordt
♢ het wild in dit gebied bestaat uit hazen en fazanten
1. in het wild leven
[in de vrije natuur]
2. hij is aangeschoten wild
[zijn reputatie is aangetast]
Algemene uitdrukkingen:
1. ik ben wild op chocola
[ik ben er dol op]
2. een wilde plakker
[die zonder toestemming overal affiches opplakt]
3. een wilde staking
[die zonder toestemming van de vakbonden ontstaan is]
4. de wilde vaart
[ongeregeld vrachtverkeer per boot]
Bijvoeglijk naamwoord: wild
... is wilder dan ...
het wildst
de/het wilde ...
iets wilds
Algemene uitdrukkingen:
1. in het wild groeien
[in de vrije natuur]
Zelfstandig naamwoord: wild
het wild
Synoniemen
ruig, verwilderd, woest
Tegenstellingen
bedaard, gedeisd, kalm, mak, rustig, tam, verzorgd