Gepubliceerd op 21-06-2017

Vinger

betekenis & definitie

zie ook dooie vingers; iemand met een gouden vingertje:

1. met de -s in de neusgaten (winnen), (winnen) zonder veel inspanning. Oorspr. Vlaams wielerslang. (Ontleend aan het Franse argot van de paardenrennen: gagner les doigts dans le nez, ontstaan omstreeks 1912. Naar verluidt zou het steken van de vingers in de neusgaten van de dieren, deze beesten kalmeren.) De legendarische verslaggever Karei van Wijnendaele zou deze uitdr. in Vlaanderen gelanceerd hebben. Tegenw. komen we haar ook in Nederland tegen, ook in andere sporttakken (zoals schaatsen) en zelfs buiten de sport.

Wendy & Lisa: ‘Are you my baby’ (Virgin). De meisjes zijn onderhand al oud genoeg om dit soort euh sexueel geladen jazzfunk met de vingers in de neusgaten te kunnen brengen. (Humo, 02/03/89) Driejaar geleden was 7.01 op de vijf kilometer in Davos een wereldtijd, daar rijden nu drie of vier man met de vingers in de neus onder. (Sport International, april 1992)

In het voorjaar van '89 reed ik in de Siciliaanse week en de Ronde van Pantalica weer in 1987: met de vingers in de neus in één keer weg. (Trouw, 05/08/94)

De prognoses: Ka2 wint het van VT4 met de vingers in de neus (het zendschema van VT4 voor de eerste weken is zo schraal dat Ka2 zelfs zonder uitzenden meer kijkers moet kunnen halen. (Oor, 11/02/95)

‘Ooooo, ik vond ’t schitterend. Dit doe je echt met je vingers in je neus. Die eerste opgave was supersimpel. Vaak heb ik bij economie datje twee kanten uit kunt denken. Dan denk ik nogal es net de verkeerde kant uit. Nou niet.’ (Trouw, 10/05/96)

2. - zonder nagel; elfde slangben. voor het mannelijk lid.
3. werken met twee -s, Bargoense uitdr. uit het begin van deze eeuw voor ‘zakkenrollen’.