zie ook jongens van de gouden ploeg:
1. een - handje hebben,steeds geluk hebben bij het tot stand brengen van iets; een vaardige hand hebben, waardoor het werk op een goede manier volbracht kan worden.
2. een - lul/piemel/pik hebben,sex-appeal hebben; erg veel succes hebben bij de vrouwen. Slanguitdr. Soms ook ‘erg veel invloed, macht
hebben’, en ‘een mazzelaar zijn’. Vgl. een sui- kerpikkie hebben; suiker aan zijn pik hebben.
Wat hij allemaal doet met haar weet ik niet, maar die vent moet wel een gouden pik hebben. (Jan Wolkers: Turks Fruit, 1969)
... die trutten moeten alleen maar wat hebben van kapiteins met gouden strepen op hun mouw. Die zijn op een gouden lui uit. (Ben Borgart: Blauwe nachten, 1978)
Tussen Jo en de dokter - volgens boze Eygelsho- vense tongen een man met een ‘gouwe piemel’, want van het type rokkenjager - is het sindsdien niet meer goed gekomen. (HP/De Tijd, 07/08/92) In ieder geval heeft Advocaat iets wat veel coaches missen: een gouden pik. (Nieuwe Revu, 22/06/94)
3. een - tiet,soldatenslang voor ‘borstonderscheidingsteken’.
4. er zijn - biesjes in de buurt,uitdr. gebruikt onder spoorwegpersoneel wanneer er iemand van het hogere personeel in de buurt is. Naar de biesjes op de pet. Vgl. de slangterm goudvinkin soldaten- en politiekringen voor ‘officier van hoge rang’.
5. - parachute,contract waarin een bedrijf zijn werknemer een ononderbroken uitbetaling van het salaris garandeert, zelfs indien het bedrijf overgenomen wordt door een ander bedrijf; soort van gouden handdruk.Sinds het begin van de jaren negentig. Een vertaling van Engels golden parachute(daar al veel vroeger in gebruik).
Onbeperkte onkostenvergoedingen en een gouden parachute als het mis gaat. (De Volkskrant, 09/05/92
6. - regen,in het Bargoens van het begin van deze eeuw voor ‘een rijke buit’. Vermeld door Koster Henke. In prostitutiekringen is gouden regeneen slangaanduiding voor ‘urolagnie, plasseks’; syn. gouden douche; gouden champagne; vgl. Engels slang golden shower.
Wie de zweep moet voelen, de Gouden Regen wil drinken, of serviel aan de enkels van de Aanbedene wenst te knielen; deze mens zal in het diepst van zijn vernedering een gooi naar het allerhoogste doen! (René Stoute: Het grimmig gemeten, 1991)
7. iemand met een - vingertje,wordt in een kroeg gezegd van iemand die vaak rondjes geeft.