Pensioenbegrippen

redactie Ensie(2016)

Gepubliceerd op 12-10-2016

Ouderdomspensioen

betekenis & definitie

Het ouderdomspensioen is het pensioen dat iedereen ontvangt die via een pensioenregeling pensioen heeft opgebouwd. Het ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW-uitkering die iedere gepensioneerde ontvangt. Het ouderdomspensioen wordt jaarlijks opgebouwd als een percentage van het brutoloon. Het ouderdomspensioen wordt standaard vanaf 67 jaar levenslang uitgekeerd.

Wanneer een werknemer via de werkgever een pensioenregeling heeft getroffen, bouwt hij of zij pensioen op. Dit pensioen is het ouderdomspensioen. De werknemer en werkgever betalen hier allebei premie voor, die door de werkgever wordt afgedragen aan het pensioenfonds. Over deze premie hoeft door de omkeerregel geen belasting betaald te worden.

Naast het ouderdomspensioen is het ook mogelijk om een partner- of nabestaandenpensioen af te sluiten. Hiervoor moet een aanvullende pensioenpremie betaald worden. In sommige pensioenregelingen zijn dergelijke pensioenen standaard opgenomen, maar dit verschilt per pensioenfonds en pensioenregeling.

Standaard gaat het ouderdomspensioen in wanneer de deelnemer de pensioenleeftijd van 67 jaar bereikt heeft. Het is echter ook mogelijk om eerder te stoppen met werken. Dit kan maximaal vijf jaar voordat de deelnemer de AOW-leeftijd bereikt. Eerder stoppen met werken betekent dat het pensioen eerder ontvangen wordt. Daardoor is de pensioenopbouw lager en bovendien moet het pensioen over een langere periode uitgekeerd worden. Eerder stoppen leidt daarom tot een lager pensioen.

Over het bruto inkomen van een werknemer wordt jaarlijks een bepaald percentage aan pensioen opgebouwd. Onder het bruto inkomen valt het reguliere inkomen, evenals vakantie-uitkeringen, overuren en eindejaarsuitkeringen. Een deel van het bruto inkomen wordt echter niet meegenomen. Dit wordt de franchise genoemd. Hierover wordt geen pensioen opgebouwd, omdat pensioenfondsen in de opbouw al rekening houden met de AOW-uitkering.