Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Zoethoutwortel

betekenis & definitie

Zoethoutwortel - Radix Liquiritiae, de wortels en onderaardsche uitloopers van Glycirrhiza glabra of van de variëteit glandulifera van deze plant. De eerste komt in Z. Europa in het wild voor en wordt daar ook vaak gekweekt; de variëteit is inheemsch in Hongarije, Zuid-Rusland en Midden-Azië. Het handelsproduct bestaat uit 11/2—1 M. lange, 1/2 tot 21/2 c.M. dikke onvertakte, rolronde stukken, welke vast, taai en zwaar zijn. Inwendig zijn zij geel.

Z. is reukeloos en smaakt zuiver zoet. Er komen voornamelijk 2 soorten in den handel, n.l. Spaansch zoethout, dat alleen uit de uitloopers van de plant bestaat, die op een lengte gesneden en tot pakken worden gebonden, en Russisch Z., dat grootendeels uit geschilde wortels bestaat. Het bestanddeel is glycirrhizine, het zure ammoniumzout van glycirrhinezuur en asparagine. Een aftreksel en een afkooksel worden gebruikt in verschillende geneesmiddelen.

< >