Wijting - Gadus merlangus, visch uit de familie der Kabeljauwachtigen (Gadidae). Lichaam slank, weinig zijdelings afgeplat met 3 rugvinnen en 2 anaalvinnen, buikvinnen keelstandig, bek spits, onderkaak korter dan de bovenkaak, kindraad ontbreekt meestal. Kleuren lichter dan bij de meeste andere Gadiden: roodachtig grijs of bruin met wit. Aan de basis der borstvinnen dikwijls een zwarte vlek.
Kan tot ongeveer 0.50 M. lang worden. De w. bewoont de diepere gedeelten der Noordzee, doch komt ook op onze kust tamelijk algemeen in grooter of kleiner scholen voor. Zij plant zich voornamelijk in Maart en April voort: de jonge wijtinkjes blijven zeer lang, n.l. tot in den herfst pelagisch en houden zich gaarne in de buurt van kwallen op, onder wier groote, klokvormige schermen de vischjes blijkbaar een veilige schuilplaats vinden. Eerst in het najaar zoeken zij den bodem op en worden dan tot vlak op onze kusten, zelfs in de Waddenzee en in de monden onzer rivieren gevonden. De w. is, vooral gebakken, een zeer smakelijke visch en wordt soms in grooten getale met de trawl in de Noordzee gevangen.