Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vollgraff

betekenis & definitie

Vollgraff - 1) Johann Christoph, Ned. philoloog, 1848-1920, studeerde te Leiden onder Cobet, leeraar te Haarlem 1874, conrector te Leiden 1878, hoogl. te Brussel voor het Latijn 1883, te Utrecht voor het Grieksch 1902. Werken: Studia palaeographica (1870); Greek writers of Roman history (1880), uitgaven van Cicero’s Pro M. Caelio (1887), van Plato’s dialoog Phaedrus (1912), benevens bijdragen in de „Mnemosyne” en andere tijdschriften, e. a. — 2) Carl Wilhelm, zoon des vorigen, geb. 1876, studeerde te Brussel, Göttingen, Berlijn en Utrecht, leidde als lid van de Fransche archaeologische school de opgravingen te Argos gedurende 3 jaren, werd daarna privaatdocent voor de archaeologie te Utrecht, in 1908 hoogl. voor het Grieksch te Groningen en in 1916 te Utrecht. Werken: De Ovidii mythopoeica (1901); Nikander und Ovid (1909) en bijdragen, o. a. de resultaten zijner opgravingen, in het Bulletin de Correspondence hellénique en in de Mnemosyne, waarvan hij mede-redacteur is, e. a.

< >