Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vlissingen

betekenis & definitie

Vlissingen - gem. in Zeel., het Z. van het eil. Walcheren; 787 H.A., bijna alles zeeklei; alleen in ’t uiterste W. ligt zandgrond (duinen). Zij telt ruim 23.000 inw. en bevat de stad V. De stad heeft veel vertier, vooral sedert de opening van den spoorweg naar Duitschland (over Rozendaal) en de stoomvaartlijn op Folkestone (Maatsch. „Zeeland”). In verband hiermee zijn haar havenwerken sedert 1867 belangrijk verbeterd, zoodat V. een van de beste zeehavens van West-Europa bezit, in ’t geheel 38 H.A. beslaande.

De havenmond is 120 M. breed en heeft bij laag water een diepte van 6,7 M. en bij vloed 10,3 M.; de Schelde zelf vóór de stad is 20 M. diep. Aan deze havenwerken werd 10 mill. gld. besteed. Tot de voornaamste pleinen behooren de Oude Markt, de Groote Markt, het Oranjeplein en het De Ruyter-plein, waar eerst het standbeeld van M. Az. de Ruyter stond, totdat het in 1894 naar den Noordzeeboulevard verplaatst werd. Het stadhuis dateert van 1733 (toenmaals een burgerwoning); het vorige stadhuis (in ’t laatst der 16de eeuw gebouwd) werd in 1809 door de Engelschen in brand geschoten. De stad bezit een belangrijke scheepstimmerwerf, door de firma Fop Smit van Kinderdijk gesticht en thans de Kon. Mij. „De Schelde” geheeten.

Geschiedenis.

De stad VI. is ontstaan uit 2 plaatsen: het dorp Oud-Vlissingen, in een oorkonde van 1247 voor ’t eerst vermeld, en Nieuw-VI., in 1308 als afzonderlijke plaats genoemd, met een grafelijk tolhuis. Dit laatste is in 1315 ommuurd en kreeg allengs stedelijke rechten. Oud-VI. bestond als afzonderlijk visschersdorp tot 1574, toen het bij de stad is gevoegd. Deze behoorde wel tot de stemhebbende steden van Zeeland, maar was geen goede stad (stad met eigen magistraatskeuze), doch vazalstad onder den Prins v. Oranje (Eerste Edele van Zeeland). Zij was de eerste, die in 1572 na de inneming van den Briel zich voor den Prins verklaarde. Als haven had zij niet de beteekenis van Middelburg tijdens de Republiek; zij was voornamelijk oorlogshaven en wegens haar ligging van groot belang voor de Franschen, toen deze in 1794 zich van Antwerpen hadden meester gemaakt; de Bataafsche Republiek moest VI. weldra aan Frankrijk afstaan. Bekend is de poging der Engelschen tot verovering van Vlissingen in 1809 ; zij slaagde niet, maar het bombardement veroorzaakte groote schade.

Tot bloei kwam VI. eerst door den aanleg der nieuwe havens na 1867, de opening van den spoorweg (1873) met het stoomvaartverkeer op Londen door de Maatschappij Zeeland en de vestiging der scheepswerf De Schelde. In 1911 is begonnen met nieuwen vestingaanleg. De wereldoorlog stremde het verkeer van Engeland met Duitschland en grootendeels met ons land en daarna heeft dit zich niet kunnen herstellen als voorheen, ook door de fusie der beide spoorwegmaatschappijen, welker leiding berust bij de Holl. Spoorw. Maatsch., die aan haar lijn Hoek van Holland voorrang geeft. Daartegenover staan de krachtige pogingen, ook door havenverbetering, om V. staande te houden.

Litt. Dommisse, De ambachtsheerlijkheid Oud-Vl. en de wording van Nieuw-VI. (Archief Zeeuwsch Gen. 1910).