Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Veegens (mr. jacob dirk)

betekenis & definitie

Veegens (mr. jacob dirk) - Nederl. staatsman, zoon van den vorige, geb. in Den Haag 1845, aldaar overleden 1910, studeerde te Leiden, begaf zich na een korte advocaten-practijk in de journalistiek, zat in de redactie van „Het Vaderland”, tot hij in 1881 zijn vader als griffier van de Tweede Kamer opvolgde. Van 1888 had hij zitting in de Tweede Kamer. Niet herkozen in 1901, nam hij de rechtspractijk weer op, was lid van een paar Staatscommissies van enquête en werd in 1904 benoemd tot lid van den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten.

In 1905 werd hij in het Kabinet—De Meester belast met de portefeuille van het nieuwe Departement van Landbouw, H. en N., waar hij ijverig werkte tot 1908. Behalve vele artikelen in „de Gids” en „Vragen des Tijds”, waarvan V. mederedacteur was sinds de oprichting (1875), gaf hij o. a. uit: De wet van het faillissement en de surséance van betaling (1894); Schets van het Nederlandsch burgerlijk recht (2 dl. 1898—1909).

< >