Valera (eamon de) - Iersch staatsman, geb. 1883 te New-York, vanwaar zijn moeder met hem in zijn tweede jaar na zijns vaders dood (een Spanjaard) naar hun vaderland, Ierland, terugkeerde. Te Dublin studeerende en later als hoogleeraar doceerende, deed hij ijverig mee aan de Iersche vrijheidsbeweging, vooral tot herstel van de onderdrukte volkstaal. In 1913 trad hij als vrijwilliger in het Iersche leger, vocht als officier bij den opstand in 1916, werd gevangen genomen en tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld. Bij de algemeene amnestie in 1917 vrijgelaten, had hij in populariteit gewonnen en werd door de Sinn-Feinpartij, die zich volslagen onafhankelijk wenschte te maken van Engeland en hem tot president koos, naar het Parlement afgevaardigd.
Schoon voortvluchtig als beschuldigd van deelhebber in een Duitsch complot, werd hij door de „Dail Eireann” (het parlement van de pas opgerichte Iersche Republiek) in 1919 tot president van den jongen staat benoemd. Met alle kracht verzette hij, die tijdens den oorlog in Amerika bij de uitgeweken Ieren machtigen steun wist te halen, zich tegen de vorming van den Ierschen Vrijstaat, waarmee Lloyd George in December 1921 rust en orde trachtte te verzekeren. Onverzoenlijk bleef hij in een guerilla-oorlog kampen voor een onafhankelijke republiek; bij een overwinning, die de Vrijstaatsche troepen in begin Juli 1922 op de zijne in Dublin behaalden, wist de V. opnieuw te ontkomen. Pas in Mei 1923 gaf hij den gewapenden tegenstand op, in Augustus d.a.v. werd hij gevangen genomen.
V. is eere-rector van de Nationale Universiteit, die in Dublin in 1921 werd geopend.