Texas - grootste staat van de Ver. St., aan de Golf van Mexico; 690.000 K.M.2, 4.660.000 inw. Het grootste deel van het land behoort geografisch tot het prairietafelland, dat hier trapsgewijze daalt naar de Golf van Mexico. Centrum van dit tafelland is de Llano Estacado (Staked Plain).
Het W. behoort tot de Rocky Mountains. Het Z.O. is laagland, dat wel tot de Mississippi-vlakte wordt gerekend, hoewel de rivieren geheel zelfstandig naar de Golf van Mexico stroomen. De voornaamste dezer rivieren is de Rio Grande del Norte, daarna de Colorado, de Brazos en de Sabine. Plotseling zwellen deze rivieren soms aan tot machtige stroomen en veroorzaken dan groote overstroomingen. Ook van de zeezijde dreigt herhaaldelijk gevaar; taifoens hebben hier menigmaal de steden langs de kust verwoest. Door daling van den bodem ontstonden talrijke inhammen, die door langgestrekte, met duinen bedekte landtongen van de zee zijn gescheiden, behoudens nauwe, meest ondiepe openingen, hier „Passe” geheeten. De grootste dezer lagunen is de L. de la Madre in het Z., door een Nehrung van 180 K.M. lengte afgesloten. De eigenlijke kustvlakte is in het O. ongeveer 300 K.M. breed, maar wordt Zuidwaarts steeds smaller.
De bruine, humusrijke bodem ligt meestal aan de oppervlakte horizontaal; in de diepte hebben echter talrijke storingen plaats gegrepen, waardoor enkele belangrijke delfstoffen op exploiteerbare diepte voorkomen. Oorspronkelijk was T. uitsluitend van beteekenis voor de veeteelt. Groote kudden van runderen, ook wel schapen en paarden, zwierven rond onder hoede van de bekende cowboys, onbeschut tegen de scherpe koude, gloeiende hitte of heftige stormen. Het vee werd gehouden voor het vleesch, de huiden en de wol. Deze extensieve veeteelt heeft zich van T. naar het N. uitgebreid. Op 1 Januari 1921 bevatte de veestapel ruim 5½ millioen runderen, 3 millioen schapen, 2½ millioen varkens, bijna 2 millioen paarden en muildieren. In 1919 leverde T. bijna 15 millioen Eng. pond wol op. De laatste jaren is T. echter ook van groote beteekenis geworden voor den land- en mijnbouw.
Door kunstmatige bevloeiïng breidt zich de landbouw nog steeds uit. Het belangrijkst is de verbouw van katoen, waarvan de oogst in 1920 ruim 4 millioen balen opleverde, een waarde vertegenwoordigende van 277 millioen dollar. Hierdoor kwam T. alle andere staten van de Unie ver vooruit (Zuid-Carolina, de daarop volgende, leverde 1½ millioen balen). Daarnaast is van groote beteekenis de verbouw van koren, o. m. maïs (63 millioen H.L.), tarwe, haver en rijst. De 20ste eeuw zag T. haar 3de phase, n.l. als mijnbouw-land, beginnen. Zout, steenkool en kwikzilver (2de staat der Unie) werden reeds geruimen tijd geëxploiteerd; gedurende het laatste decennium werd in het N. over groote uitgestrektheid petroleum ontdekt; waarschijnlijk de voortzetting van de rijke Oklahomavelden. Honderden boringen werden verricht en duizenden avonturiers van alle rassen en kleuren hoopten met één slag hun fortuin te maken. Boerendorpjes met een paar honderd inwoners, veranderden in enkele weken in steden van 10.000 of 20.000 inw.
T. kreeg den naam van een nieuw Dorado en werd met Oklahoma een der eerste petroleumgebieden der Unie. Veeteelt, land- en mijnbouw riepen een veelomvattende industrie in het leven, die thans jaarlijks voor een waarde van 350 millioen dollars kan uitvoeren. Het belangrijkst zijn de slachterijen en de fabrieken voor zuiveren van katoen en persen van katoenolie. Het grootste deel van den belangrijken uitvoer, die van al deze bestaansmiddelen het gevolg is, gaat over Galveston, de grootste katoenhaven van de Unie. Door den economischen vooruitgang is de bevolking in 40 jaren tijds verdrievoudigd. T. telde in 1880 1.600.000 inw., in 1890 2.200.000 inw., in 1900 3.000.000 inw., in 1910 3.900.000 inw. Hiervan waren 125.000 Mexicanen, 45.000 Duitschers en 21.000 Oostenrijkers. Het aantal Negers bedraagt 706.000, waarnaast slechts 700 Indianen en 900 Aziaten.
Vier steden hebben meer dan 100.000 inw., n.l. Houston, San Antonio, Dallas en Fort Worth. De hoofdstad is Port Arthur. — T. wordt bestuurd door een Senaat van 31 leden, gekozen voor 4 jaar, en een Kamer van 142 leden, gekozen voor 2 jaar. In het Congres te Washington wordt het vertegenwoordigd door 2 Senatoren en 18 Afgevaardigden. — Geschiedenis. Tijdens den Mexicaanschen onafhankelijkheidsoorlog hadden Amerikanen uit de Zuidel. staten zich hier gevestigd en katoenplantages gesticht. De afschaffing der slavernij in Mexico gaf hun aanleiding in 1835 het land onafhankelijk te verklaren; onder leiding van generaal Houston wisten zij de Mexicaansche troepen af te weren en poogden na 1840 als staat in de Unie te worden opgenomen, hetgeen in 1845 geschiedde. (Zie VER.
STATEN, Gesch.). Het behoorde als slavenhoudende staat tot de Geconfedereerden en hield het langst het verzet tegen de Unietroepen vol; ook was T. de laatste staat, die de voorwaarden, om weer in de Unie opgenomen te worden, aannam (1870). Op economisch en vooral op beschavingsgebied is het na dien ook zeer achtergebleven; eerst sedert 1890 is de materiëele rijkdom des lands meer geëxploiteerd en is meer zorg aan onderwijs besteed. Een groot nadeel was ook hier de vrachtpolitiek der spoorwegmaatschappijen geweest, welker monopolie in deze eeuw is beknot. Natuurrampen zijn dikwijls voorgekomen; de zwaarste was de orkaan, die in 1900 Galveston verwoestte.