Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Teutonen

betekenis & definitie

Teutonen - naam van een W.-Germaanschen stam, die ten tijde van Pytheas woonachtig was aan de kust van de Noordzee bij de monding van de Elbe. Door overstroomingen gedwongen, trokken zij met de Kimbren, Ambronen en andere stammen ± 120 v. C. naar ’t Zuiden. Door ’t Elbedal trekkende, deden zij een poging Boheme binnen te dringen, maar werden geslagen door de Boii. Daarop gingen zij door ’t Donaudal naar ’t Oosten, maar konden ook hier door den tegenstand der Sordiken (tusschen San en Drau), niet verder oprukken.

Hierop trokken zij door Stiermarken, waar zij de Romeinen onder Papirius Corbo versloegen (113) en door Zwitserland naar Gallië. Romeinsche legers onder Junius Silanus (109), Cassius Longinus (107), Caepio en Mallius (105), werden door hen in ’t Rhônedal geslagen. Tegen ’t leger van Marius waren de T. echter niet opgewassen. In 102 werden zij verslagen en vernietigd bij Aquae Sextiae. Resten van de T. zijn achtergebleven in Z.O.-Duitschland. — Litt.: Pallmann, Die Kimbren und Teutonen; Helbling, Der Zug der Kimbren und Teutonen.

< >