Talma - (S.), geb. 1847 te Dokkum, overl. te Utrecht 1918. Na het gymnasium in zijn geboorteplaats te hebben doorloopen, studeerde T. te Utrecht en promoveerde hij in 1873 met een proefschrift Over licht en kleurperceptie bij don hoogleeraar Donders. In de laatste jaren van zijn studietijd was T. assistent geweest bij den internist Lonq.
In 1876 kreeg T. als opvolger van Koster den leerstoel voor pathologische anatomie ; drie jaar later volgde hij Lonq op als hoogleeraar in de interne geneeskunde. Tot zijn dood heeft hij dezen leerstoel bezet. Behalve dat T. een voortreffelijk docent was, die op vele generaties van jongere geneeskundigen een grooten invloed gehad heeft, getuigen een zeer groot aantal belangrijke verhandelingen van zijn groote kracht en originaliteit als wetenschappelijk onderzoeker.
