Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Don

betekenis & definitie

Don - 1) een der grootste rivieren van Rusland, ontspringt in het gouv. Toela in het Inwan-meer, stroomt dan in Z.O.-lijke richting door de gouv. Rjâsan, Woronesj en het gebied der Donsche Kozakken en beneden Azow in de bocht van Taganrog, een inham der zee van Azow. De lengte bedraagt ongeveer 2000 K.M. en de opp. van het stroomgebied 430.000 K. M2.

De oevers zijn vooral in den bovenen middenloop vrij hoog; in het gebied der Donsche Kozakken echter wordt het dal steeds breeder, terwijl de delta, die gevormd wordt door de 30 takken, waarmee de D. in zee uitmondt en waarvan er slechts 3 bevaarbaar zijn, bij sterken Zuidenwind herhaaldelijk overstroomd wordt. Van de zijrivieren is eigenlijk alleen de Donetz van groote beteekenis voor handel en scheepvaart. De andere zijrivieren, bijv. de Sosna en de Waronesj, zijn alleen in zooverre van belang, dat ze in het voorjaar er mee toe bijdragen, dat de rivier sterk zwelt, zoodat het vermogen dan stijgt van 345 M3. per seconde tot 900 M. De groote lengte is oorzaak, dat de rivier stroomt door gebieden met zeer uiteenloopenden regenval: bijv.: Toela 400 m.M. per jaar, Woronesj: 600 m.M. en het gebied der Donsche Kozakken 300 m.M. Een deel van de zijrivieren is ’s zomers geheel droog, zoodat de diepte van de rivier zeer wisselend is, waardoor men niet heeft kunnen graven een Wolga-Donkanaal. D. en Wolga vriezen gedurende eenige weken per jaar dicht. De D. stroomt in zijn bovenloop door het gebied der Zwarte aarde en neemt daar zooveel slib mee, dat men hem beneden Katsjalinskaja eenigermate kan vergelijken met den Nijl.Over de lengte van het bevaarbare gedeelte loopen de gegevens zeer uiteen.

De meest betrouwbare opgave is die van De Tillo: 1350 K.M.; men dient echter dit te beschouwen als gemiddelde over de verschillende jaargetijden. In den benedenloop is de rivier zeer vischrijk. Het economische belang berust vooral op den afvoer van graan; de voornaamste uitvoerplaatsen aan den mond zijn Rostow en Azow. — In de oudheid was de naam Tanaïs. — 2) rivier in het graafschap York, N.O.-Engeland, ontstaat uit de Don en de Little Don, die ontspringen in de moerassen te W. van Penistone, aan den O.-voet van het Penninisch Geb., wordt bevaarbaar bij Sheffield, en loopt vanaf Snaith door een gegraven kanaal, dat bij Goole in de Ouse, zijrivier van de Humber, eindigt. De rivier heeft een ruim 100 K. M, langen loop. — 3) rivier in het graafschap Aberdeen, N.-W.-Schotland, ontspringt op de grens van het graafschap Banff en mondt na een loop van 130 K. M. ten N. van Aberdeen uit in de Noordzee. De D. is onbevaarbaar, maar zeer rijk aan zalm.