Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Spectrometer

betekenis & definitie

Spectrometer - Instrument, met behulp waarvan golflengten van golfstralingen kunnen worden gemeten. De oudste en meest bekende s. dienen tot het meten van golflengten van het licht in spectra van verschillende stoffen. Deze s. zijn in hoofdzaak ingericht als spectroscopen, zijn echter bovendien voorzien van een meetinrichting. Deze meting kan zijn een eenvoudige hoekmeting (bij van een of meer prisma’s voorziene s.), nadat bepaalde spectraallijnen van bekende golflengten voor de ijking van het spectrum hebben gediend.

Bij spectroscopen van geringe dispersie is vaak een glazen verdeeling aangebracht, met behulp waarvan de golflengte eenigszins kan worden bepaald. Voor de absolute meting van golflengten, zonder gebruik te maken van een aantal reeds bekende, kunnen de met behulp van een buigingsrooster ontworpen spectra worden gebruikt. De buigingshoeken worden dan gemeten, waaruit door gebruik te maken van den afstand der strepen van het rooster, welke afstand met behulp van een microscoop kan worden gemeten, de golflengte kan worden berekend. Voor de meting van golflengten, gelegen in het ultraviolette deel van het spectrum, zijn door verschillende onderzoekers s. gebezigd, die geëvacueerd konden worden ten einde de absorptie van het ultraviolette licht en lucht te vermijden. Voor het onderzoek van Röntgenspectra dienen s., waarop een kristal draaibaar is opgesteld. Wanneer de Röntgenstralen op een vlak van het kristal invallen, worden zij bij een bepaalden invalshoek krachtig teruggekaatst (gebogen), hetgeen op een photographische plaat of met behulp van de ioniseerende werking der Röntgenstralen kan worden waargenomen. Uit de meting van den invalshoek, gepaard met den (bekenden) afstand der moleculen in het kristalrooster, kan de golflengte worden gevonden. Voor zeer weeke Röntgenstralen worden deze s. eveneens geëvacueerd.

< >