Sluipwespen - behooren tot een 5-tal families der „getailleerde” Vliesvleugelige Insecten; van deze zijn het meest bekend de families der Ichneumonidae en der Braconidae. Alle leven parasietisch in of op andere insecten; sommige bepalen zich tot een enkelen gastheer, andere infecteeren verschillende gastheeren. Zelfs komen zij voor in sluipwespen zelf; zoo kan een larve eener Braconide die van één der Ichneumoniden infecteeren; laatstgenoemde larve leeft in een vliegenlarve en deze vliegenlarve ten slotte in de larve van een boktor (parasitisme in den derden graad). De sl. leggen haar eieren met behulp van een legboor in larven van andere insecten; de uit deze eieren komende larven (maden) voeden zich ten koste der gastheeren; zijn zij volwassen, dan vreten zij zich door de huid dezer laatsten heen, komen naar buiten en verpoppen in een kokon.
De gastheeren gaan te gronde. Hierdoor behooren de sl. tot de beste verdelgers van schadelijke insectenlarven, b.v. rupsen. Een Ichneumonide legt eieren, na een gaatje in hout geboord te hebben, waarin een of ander insect leeft, dat het dier met zijn ongeloofelijk scherpen speurzin ontdekt heeft. In ons land komen talrijke soorten, vooral van de Ichneumoniden, voor.