Sickesz - (Cornelis Jacob), werd in 1839 te Amersfoort geboren. Hij studeerde te Utrecht in de rechten en promoveerde in 1864. Door aanhuwelijking kwam hij in 1864 in het medebezit van de Cloese bij Lochem en vestigde zich toen aldaar. Nog in dat zelfde jaar werd hij benoemd tot burgemeester van Laren (G.) benevens tot Watergraaf bij het pas opgerichte waterschap van de Berkel.
In deze laatste betrekking heeft S. groote energie en werkkracht ontwikkeld (normaliseering der Berkel). In 1879 werd hij benoemd tot voorzitter der Geldersche Landbouwmaatschappij en hij bleef zulks tot 1889. In die hoedanigheid nam hij een werkzaam aandeel in het tot standkomen der Nederl. Heidemaatschappij (1888), wier eerste voorzitter hij was. Van de Internat, landbouwtentoonstelling, welke in 1884 te Amsterdam werd ingericht, was S. voorzitter. Van de bekende Staatscommissie van 1886 tot het instellen van een onderzoek naar den toestand van den landbouw in Nederland was S. voorzitter en als zoodanig nam hij een werkzaam aandeel in de samenstelling van een 12-tal belangrijke adviezen, tot de regeering gericht. Na ontbinding van de Staatscommissie in 1892 trad het in 1884 opgerichte Landbouwcomité, een vereeniging van provinciale Landbouwmaatschappijen, meer op den voorgrond. Op Mei 1893 werd dit comité als officieele vertegenwoordiger van den landbouw door de Regeering geïnstalleerd, en S. werd als eerste voorzitter verkozen.
In 1897 werd door het Ministerie-Pierson een zelfstandige afdeeling voor landbouw aan het ministerie van Binnenlandsche Zaken ingesteld en trad S. als hoofd dier afdeeling op, met den titel DirecteurGeneraal van Landbouw, welke betrekking hij vier jaren bekleedde. Ook op politiek terrein heeft S. een rol gespeeld. In 1873 werd hij lid der Prov. Staten van Gelderland en in 1877 lid der Tweede Kamer voor Zutfen. In 1882 werd hij door Gelderland naar de Eerste Kamer afgevaardigd, in 1888 niet herkozen, doch in 1896 opnieuw door Zuid-Holland. In 1904 is hij te Meran overleden.