Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Scheuren

betekenis & definitie

Scheuren - noemt men bij het kweeken van planten het verdeelen van één ex. in verschillende deelen, die alle het vermogen behouden, om zelfstandig voort te groeien. Men past het alleen toe bij de onderaardsche deelen, de wortelstokken, der z.g. „vaste” planten. Van deze sterven de bovenaardsche stengels elk jaar af, maar de onderaardsche blijven leven.

Verdeelt men deze in stukken, dan moeten die elk van minstens één knop voorzien zijn, daar zij zich anders niet tot een aparte plant kunnen ontwikkelen. Het s. past men bij voorkeur toe in den herfst, daar de groei dan in het volgend voorjaar spoedig kan beginnen en gedurende den winter reeds eenige nieuwe wortels gevormd kunnen worden. In de groetenteelt vermeerdert men door s. de rhabarber, de artisjok, de zuring, den mierikswortel, de dragon en eenige andere specerijkruiden.

< >