Schelgeleiding - Een electr. s. bestaat in den eenvoudigsten vorm uit een batterij, drukknop of toets, een draadgeleiding en een electr. schel, trembleur of zelfonderbreker, welke in een stroomkring achter elkaar geschakeld worden. De afstand, waarover zulk een s. werken kan, hangt af van de gevoeligheid van de schel, den weerstand per K.M. van den geleidingsdraad en de spanning en weerstand van de batterij. Een s. kan ook bestaan uit een inductor of handgenerator, draadgeleiding en wekker voor wisselstroom. De aanleg is dan duurder doch het onderhoud van de batterij vervalt.
Bij een s. uit verschillende vertrekken van een gebouw naar een centraal punt, kan met een gemeenschappelijke batterij en schel volstaan worden. Gewoonlijk is dan noodig, dat waargenomen kan worden, in welk vertrek de toets gebruikt is. Daartoe wordt bij de schel een z.g.n. tableau opgehangen, d. i. een platte doos, waarin zich evenveel electromagneten bevinden als er toetsen in het gebouw zijn. De geleiding voor ieder der toetsen doorloopt een der electromagneten. Wordt een toets gedrukt, dan gaat de schel over en trekt de bij den toets behoorende electromagneet zijn anker aan. Daardoor valt een klepje, vermeldende het nummer van de kamer, voor een venster in het tableau. De nummers worden door het indrukken van een knop weder opgezet. De s. worden in den laatsten tijd wel vervangen door de minder hinderlijke lichtsignalen.