Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Inductor

betekenis & definitie

Inductor - (telef.), magneet-i., magneto of handgenerator, onderdeel van sommige telefoontoestellen, dienende voor het doen ontstaan van den wekstroom. Wordt ook gebezigd bij het seinwezen der spoorwegen (bloksysteem). De i. bestaat uit een met draad omwikkeld ijzeren anker, dat door middel van een kruk met versnellende tandradoverbrenging snel rondgedraaid wordt in het magnetisch veld van eenige permanente magneten.

Hierdoor ontstaat in de draadwikkeling eene wisselspanning (± 15 perioden per sec. ± 50 volt), welke den wisselstroomwekker van het op te roepen toestel doet overgaan. Door het aanbrengen van een commutator op de as van het anker, kan de i. ook ingericht worden voor het geven van een reeks stroomstooten in dezelfde richting.

< >