Prévost - (Marcel), Fransch romanschrijver, te Parijs in 1862 geboren, bezocht de Polytechnische school en was eenigen tijd verbonden aan de tabaksregie. Zijn eerste romans dateeren van 1887 (le Scorpion), 1888 (Chonchette) en 1889 (Mlle Jauffre). Na zijn ontslag uit de administratie produceerde hij regelmatig romans en novellen ; krachtige, soms harde ontledingen van gevoelens, vooral van vrouwenfiguren ; hij munt uit door fijnheid en gratie in de teekening van jonge meisjes en jonge vrouwen.
Uit zijn rijke productie stippen wij aan : La Confession d’un amant (1891) ; Les Demi-Vierges (1894), een boek, dat insloeg èn door den titel èn door de teekening van de jonge, flirtende meisjes ; le Jardin secret (1897), een smartelijk en diep boek ; les Vierges fortes [Frédérique (1900) en Léa (1900)], een puur, streng werk ; Monsieur et Madame Moloch (1910), een typisch boek over Duitsche zeden ; Pierre et Thérèse (1912), een roman van hartstocht ; les Anges gardiens (1913), een boek,waarin hij waarschuwt tegen Duitschen invloed aan den huiselijken haard ; een aantal studies over de vrouw, haar sensibiliteit en haar rol in ’t leven : Féminités ; Nouvelles Féminités ; Femmes et Maris, Femmes, Aimer et Sourire, naast een drietal bundels zeer doordringende analyses van vrouwenzielen : Lettres de femmes (1892) ; Nouvelles lettres de f. (1894) en Dernières lettres de f. Over de opvoeding der jonge meisjes : Lettres à Françoise (1902), later gevolgd door Lettres à Fr. mariée en Lettres à Fr. maman-, over de positie der jonge vrouw schrijft hij gaarne, omdat hij wilde meewerken tot elke betrekkelijke emancipatie der Fransche vrouw. Zijn oorlogsboeken zijn weinig talrijk : een zeer krachtige passieroman L’adjudant Benoît (1916) ; indrukken van ’t front in D’un poste de commandement (P.C. du 21 C 4 ; 1918) en Mon cher Tommy (1920), een tooneelstuk, dat groot succes had.
