Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gratie

betekenis & definitie

Gratie - kwijtschelding of vermindering van straf. Volgens art. 68 Grw. heeft de Koning het recht van gratie. Alvorens het uit te oefenen moet Hij advies inwinnen van den bij algemeenen maatregel aangewezen rechter. Deze aanwijzing is geschied bij K. B. van 13 Dec. 1887, Stb. 215, gew. 21 Mrt. 1919, Stb. 127.

Heeft de oplegging der straf niet meer dan 3 jaren geleden plaats gehad, dan moet in den regel de rechter, die het vonnis uitsprak, adviseeren, anders de Hooge Raad (art. 1). — De gestrafte, die gratie wenscht, kan zijn daartoe strekkend verzoek rechtstreeks aan den Koning zenden of het ter griffie inleveren. Geschiedt dit laatste binnen een bepaalden termijn, zoo wordt de tenuitvoerlegging van het vonnis dadelijk geschorst (337 Sv.). Anders heeft schorsing plaats, zoodra de ambtenaar, met de uitvoering belast, van het inkomen van een rechtstreeksch verzoek om gratie heeft kennis gekregen. De schorsing duurt, zoolang nog niet omtrent het verzoek is beslist (339, 340 Sv.). — Ook op initiatief van de colleges van regenten der gevangenissen kan gratie worden toegekend. Jaarlijks kunnen deze een daartoe strekkende voordracht doen (artt. 72—75 K.B. van 31 Aug. 1886, Stb. 159, en art.

15 van voornoemd K. B. van 1887). — Ten slotte kan ook de Koning uit eigen beweging gratie verleenen (art. 16 van dat besluit). — Zie voor de gevallen, waarin de Hooge Raad van advies moet dienen ook nog artt. 85—87 Reglem. I. — Ook van straffen, opgelegd door den kolonialen rechter, kan de Koning gratie verleenen (zie art. 1 K. B. van 1887). Zoolang de in Ned. Indië veroordeelde zich aldaar ophoudt, komt het recht van gratie echter aan den Gouverneur-Generaal toe (art. 52 Regeeringsreglement N. I.)

— Het karakter van het recht van gratie kan verschillend zijn. Het kan zijn:

1) eenvoudig een gunst des Konings ;
2) een correctief op het recht, dat den rechter niet voldoende vrijheid geeft met alle individueele omstandigheden rekening te houden ;
3) een middel om alsnog wijziging te brengen in de uitvoering van rechterlijke uitspraken, die zelf niet meer voor wijziging vatbaar zijn ;
4) een prikkel tot goed gedrag voor den veroordeelde. — Nog zij opgemerkt, dat gratie slechts betrekking heeft op de straf en dat andere gevolgen van strafbare feiten (plicht tot schadevergoeding, tot opruiming van den verboden toestand, ter beschikking der regeering stellen van jeugdige personen)

door gratie niet kunnen worden weggenomen.