Opaal, - mineraal, Si02 nH20, amorf, stijf geworden kiezelzuurgelkomt voor als overkorsting van spleetwanden — dan gewoonlijk met klein druiventrosvormige oppervlakte — als compacte opvulling van spleten, als ophooping van pantsers van mikroörganismen (bijv. diatomeen en kiezelwieren), als versteende plantaardige overblijfselen en als afzetting van warme bronnen. Sommige variëteiten zijn doorzichtig en van fraaie kleur, en worden daarom als edelsteen gebruikt: vuuropaal; ook melkwitte doorschijnende variëteiten worden daarvoor gebruikt: melkopaal. Bijzonder gezocht is het edelophaal, dat een fraai kleurenspel vertoont en duur betaald wordt.
De oorzaak van dit zoogen. opaliseeren is nog niet opgeheldord. Een zekere vermaardheid bezit de variëteit hydrofaan, dat aanvankelijk troebel, bij het liggen in water doorzichtig wordt en soms zelfs kleurenspel gaat vertoonen : oculus mundi.