Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Ontsteking

betekenis & definitie

Ontsteking - een plaatselijk proces, waaraan reeds door den Romeinschen arts Galenus vier hoofdverschijnselen worden toegekend: calor, rubor, tumor en dolor; d. w. z. warmte, roodheid, zwelling en pijn. Bij deze vier verschijnselen kan dan nog de gestoorde functie van het ontstoken orgaan als vijfde gevoegd worden. Het proces der ontsteking begint met een verandering van de fijne vaatjes in het ontstoken deel, waardoor deze uitzetten, overvuld worden. Dit verklaart reeds de warmte zoowel als de roodheid, die de ontsteking kenmerkt.

De bloedstroom ondergaat evenzoo verandering : hij wordt in het algemeen langzamer. Dit gaat gepaard met een grootere doorlaatbaarheid van de vaatwanden ; waardoor zoowel vloeistof als witte bloedlichaampjes in veel grooter dan de normale hoeveelheid door den vaatwand heendringen en een exsudaat vormen. Dit verklaart de zwelling. Bij lichte o. overheerscht de uitzweeting van vloeistof ; bij ernstiger ontsteking neemt het aantal witte bloedlichaampjes dermate toe, dat zij het ontstekingsgebied beheerschen en men van etter spreekt. Een ontstoken en gezwollen deel zal een grooteren druk dan normaal op de omgeving uitoefenen. Hierbij komt, zooals vanzelve spreekt, ook de druk op de zenuwen in aanmerking, die voor de pijn aansprakelijk zijn ; die bijna elke o. vergezelt.

Dat zwelling, pijn, soms ettervorming in een orgaan de functie daarvan zullen belemmeren, ligt voor de hand ; ook het vijfde bovengenoemde verschijnsel is dus uit de andere vier gemakkelijk verklaarbaar. De oorzaak eener o. is een infectie of een vergiftiging. Bacteriën kunnen een plaatselijke o. te weeg brengen; evenzoo scheikundige middelen. Het verloop eener o. is geheel verschillend naar den aard en hevigheid van de inwerkende oorzaak. Eenerzijds kan een steenpuist of negenoog acuut ontstaan en met allerheftigste verschijnselen gepaard gaan, anderzijds kan een tuberculeus abces zeer chronisch verloopen en nauwelijks de boven aangehaalde verschijnselen vertoonen. De behandeling zal zich dan ook geheel en al naar de oorzaak te richten hebben.