negenoog
...
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...ogen), 1. lamprei, prik, een riviervis; 2. (geneesk.) kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineenvloeien; 3. (gemeenz.) iem. die alles nauwkeurig naziet, die op alleslet of alles bevit.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip negenoog heeft 3 verschillende betekenissen: 1) kaakloze vis; lamprei. dier uit een familie van waterdieren met een zuigmondje die lijken op palingachtige vissen; groep kaakloze vissen met een schedel; lamprei. Wordt soms ook gebruikt voor een specifiek soort lamprei, zoals voor de rivierprik, beekprik of zeeprik. 2) gr...
Marc De Coster (2020-2025)
(1920+) (inf.) dwarskijker; bijdehand persoon; iemand die alles nauwlettend nakijkt, die als het ware negen ogen heeft. • Neegnoog = I°. grote steenpuist. 2°. fig. en schertsend; een dwarskijker. Zoo’n neegnoog ston altied om kouk van deur in kaar oogn in oorn overaai (d. H.-O.) 3°. iemand, die alles opmerkt. Hest dat al weer...
Wiktionary (2019)
negenoog - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineenvloeien (karbonkel) 2. (vissen) Petromyzonidae riviervis Woordherkomst samenstelling van negen en oog Synoniemen [2] lamprei, prik, rivierprik
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
karbonkel, carbunculus, een omschreven diepe etterige ontsteking in het onderhuidse weefsel uitgaande van een etterige haarzak-ontsteking, welke al spoedig op een aantal plaatsen naar buiten doorbreekt. Is meestal op te vatten als een groep steenpuisten (zie aldaar). Een enkele maal is het een specifieke infectie, bijv. anthrax.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: