Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Warmte

betekenis & definitie

Warmte - vorm van arbeidsvermogen, bestaande in energie van de kleinste deeltjes, moleculen en atomen, van een lichaam, zoowel potentiëele als kinetische, waarbij het lichaam als geheel in rust kan zijn. Een maat voor deze energie der inwendige beweging is de temperatuur. Dat de w. inderdaad een energievorm is, is het eerst uitgesproken door Mayer, nadat door Joule het mechanisch aequivalent van de warmte-eenheid bepaald was. In samenhang hiermede sprak ook Mayer de wet van behoud van arbeidsvermogen uit.

Om een lichaam in temperatuur te doen stijgen, is toevoer van warmte noodig; de hoeveelheid warmte, noodig om één gram eener stof van 0° tot 1° Celsius in temperatuur te doen stijgen, heet de soortelijke warmte van die stof. Desgelijks komt w. vrij bij afkoeling van een lichaam. De overgang van de verschillende aggregaatstoestanden in elkaar gaat ook met opname resp. afgifte van w. gepaard. Als eenheid van w. wordt gebezigd de calorie. Aangezien zich bij verandering van de inwendige energie der lichamen verschillende verschijnselen voordoen, kan de warmteleer ook in verschillende hoofdstukken worden verdeeld: thermometrie (leer van de uitzetting door w.), calorimetrie (bepaling van hoeveelheden warmte), warmtegeleiding (overbrenging van warmteenergie door rustende lichamen), verandering van aggregaatstoestand (zie KOKEN, SMELTEN, SUBLIMEEREN, VERDAMPEN), thermodynamica in engeren zin (overgang van warmteenergie in andere energievormen), benevens de leer der thermodynamische evenwichten, warmtestraling (overbrenging van warmte-energie zonder tusschenkomst van een materiëele middenstof). In de kinetische theorieën wordt het mechanisme der moleculaire beweging beschouwd (zie GAS).