Nomisme - (Gr. nemos: wet), wettelijkheidsleer: theologische richting, die op de wet en haar vervulling nadruk legt, dus den godsdienst, het Christendom vooral, opvat als wet, waaraan de mensch moet gehoorzamen. Zij onderstelt dus de vrijheid en de kracht van den mensch om te doen wat God van hem eischt en, zoodoende, tot vrede te komen. Zij staat tegenover de richting, die nadruk legt op de genade, de gave, waarbij het aankomt op wat God doet en schenkt, en vooral tegenover het Anti-nomisme, dat in het Christendom van geen wet, hoe dan ook, weten wil.
Het N. staat gewoonlijk in verband met het Rationalisme. Zie NEONOMISME.