Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vrijheid

betekenis & definitie

Vrijheid - beteekent oorspronkelijk: afwezigheid van „uiterlijken” dwang of belemmering. Men denke aan de uitdrukkingen: vrije val, vrije wandeling ; vrije handel; vrijheid van geloof, vergaderen, drukpers; politieke v., academische leer-vrijheid. Het „uiterlijke” wijst op een „innerlijk”, dat zich op bepaalde wijze openbaart, dat er naar „streeft” zich op bepaalde wijze te uiten. Van vr. in eigenlijken zin kan dus slechts sprake zijn bij wezens, bij wie een „wil” en een „zelf” aangenomen wordt (menschen) of althans een analogon daarvan (dieren).

Een dier is vrij, wanneer het niet door uiterlijke oorzaken verhinderd wordt den drang zijner „natuur” te volgen en dus te doen, wat het „wil”. Zoo is een vogel in een kooi onvrij. Ook bij den mensch beteekent v. allereerst slechts vrijheid van handelen. Die mensch is vrij, wiens wilsbesluit door geen lichamelijk of geestelijk geweld (b.v. gevangenschap, bedreiging) verhinderd wordt in handelen over te gaan. — Veel moeilijker wordt de zaak, wanneer men het tot stand komen van het wilsbesluit zelf in het oog vat, en dus het begrip v. aanwendt, niet op het handelen, maar op het willen zelf. Men staat dan voor de vraag naar het „eigenlijke”, het „diepste” wezen van den mensch, het grondprobleem der ethiek. De zaak komt hierop neer : is (zooals het determinisme leert) elke handeling van een individueel mensch het noodwendig product van karakter en motieven, waarbij dan dit karakter als door overerving verkregen en dus als een „gegeven ding” beschouwd wordt ? is de indiv. mensch met al zijn geestelijkheid niets meer dan een onderdeel van de ééne streng causaal bepaalde „natuur”, dan wel is hij „vrij” van de natuur en dus bij machte in zijn handelen zijn „eigenlijk zelf” te openbaren, de geheel eigen wetmatigheid van dit zelf (welke een andere is dan die der natuur) te doen gelden, zoodat hij, in zijn handelen dat diepere zelf toch verloochend hebbend, in het gevoel van berouw het besef hebben kan, dat hij niet alleen anders had behoren te handelen, maar ook anders had kunnen handelen? (Zie DETERMINISME, ETHIEK, MOTIEF, WIL).