Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Nabopolassar

betekenis & definitie

Nabopolassar - (Babyl. Naboe-aploe-oesoer „god Nebo, bescherm den zoon”), een vorst van de Chaldeeën, aanvankelijk stadhouder in Babel, wist zich na Assur-banipal’s dood (626 v. C.) tot koning van Babylonië (625—605 v. C.) op te werpen. Te zamen met Cyaxares, koning der Mcdiërs, veroverde hij Ninive (606) en een groot deel van Assyrië. N. kreeg bij de verdeeling van het Ass. rijk al wat ten W. v. d. Tigris lag, dus Mesopotamië en Syrië (met Palestina): Babel was nu weer (vgl.

Hammoerapie, 1950 v. C.) de hoofdstad van een groot Voor-Aziatisch rijk. N.’s zoon Nebukadnezar (605—586) was de eigenlijke vestiger van het Nieuw-Babylonisch rijk.

< >