Modus - (Lat.), meervoud: modi, maat, wijze, manier, trant; M. vivendi: levenswijze, verder: schikking tusschen twee strijdende partijen om het verschil voorloopig te laten rusten; (b.v. in de Ned. Herv. Kerk, poging om de verschillende kerkelijke richtingen in één kerkverband vreedzaam te doen samenleven, meermalen beproefd, laatstelijk door de theol. hoogleeraren te Utrecht, die een voorstel bij de Synode aanhangig hebben gemaakt, dat in 1916 voorloopig aangenomen, in 1917 is verworpen en later te vergeefs opnieuw door anderen, gewijzigd, ingediend). In de taalk., zie WIJZE.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk