Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Mauricius

betekenis & definitie

Mauricius - (Mr. Jan Jacob), geboren te Amsterdam 1692, overleden te Hamburg 1768, in zijn jeugd een vroeg rijp kind, dat op ruim 6-jarigen leeftijd preekte in de Gasthuiskerk te Amsterdam en 16 jaar oud tot dr. in de beide rechten werd bevorderd; was achtereenvolgens advocaat bij het Hof van Holland te ?s-Gravenhage, kommies bij den Raadpensionnaris Van Hoornbeek, schepen en pensionnaris van Purmerend, gedeputeerde ter vergadering van de Staten van Holland en W.-Friesl., burgemeester van Purmerend, Resident van den Staat der Ver. Nederl. bij den Ned.-Saksischen Kreits te Hamburg, in 1742 G.-G. van Suriname. In 1771 had de partij, die tegen hem ingenomen was, door M. de cabale genoemd, een dusdanige kracht gekregen, dat M. gelast werd naar Nederland te vertrekken om zich te verantwoorden. Op advies van den Hoogen Raad werd hij vrijgesproken van alle beschuldigingen, kreeg in 1753 eervol ontslag en vertrok in 1756, voor de tweede maal als Minister van den Staat, naar Hamburg.

< >