Loman (abraham dirk) - 1823-1897, Luth. theol. hoogleeraar te Amsterdam, een van de voormannen van de z.g. „Hollandsche school” heeft door zijn beschouwingen heel wat beroering gewekt, vooral door zijn symbolisme, dat in Jezus slechts een dichterlijke personificatie ziet van het Joodsche volk, waarmee een verwerpen van Paulus samenhing. Hij had gehoopt hierdoor de voorstanders van den allegorischen Christus met die van den metafysischen te kunnen verzoenen. Voorts was hij een bekwaam musicus. Hij schreef vooral in De Gids en in het door hem mede opgerichte Theol.
Tijdschrift. Bijdragen ter inleiding op de Johanneïsche geschriften des N. T. (1865); Symbool en werkelijkheid (1884). Na zijn dood begon een uitgave van zijn nalatenschap door W. C. van Manen en H. U. Meijboom. Er verscheen echter niet meer dan I, De brief aan de Gal. (1899). Vgl. D. E. J. Völter, Jaarb.
Kon. Ak. Wet. (1899). H. U. Meijboom, Levensbericht, Mij. Ned. Lett.