Logarithmisch papier, - teekenpapier, waarop een logarithmische schaalverdeeling is aangebracht. Van den rand, waarbij 1 genoteerd staat, afgerekend, vindt men de deelstreep 2 op een afstand gelijk aan log 2, de deelstreep 3 op een afstand gelijk aan log 3, enz. De logarithmische schaalverdeeling kan in één van beide of in beide richtingen worden aangebracht.
Gebruikt men papier met een logarithmische schaalverdeeling in beide richtingen, dan werkt men eigenlijk met „logarithmische coördinaten”, d. w. z. met ε log x en η = log y in plaats van met de coördinaten x en y zelf. Op deze wijze kan men tamelijk ingewikkelde betrekkingen door eenvoudige lijnen weergeven; bijv. y = axb wordt omgezet in log y = b log x + log a of η = bε + log a; de betrekking tusschen ε en η is hier lineair; op het logarithmisch papier wordt derhalve y = axb vertegenwoordigd door een rechte lijn.