Krijnssen - (Abraham), was in 1665 kapitein ter admiraliteit van Zeeland op het jacht Prins te Paert, zeilde het jaar daarop als commandeur van 7 vaartuigen naar W.-Indië om de Engelschen ginds zooveel mogelijk afbreuk te doen en de belangen der Zeeuwsche plantageeigenaars te bevorderen. In Febr. 1667 zeilde K. de Suriname-rivier op en veroverde het houten fort Willoughby, dat hij herdoopte in fort Zelandia; het Engelsche garnizoen werd naar Barbados ingescheept, en van de Engelschen een brandschatting van 100.000 pond suiker (f 10.000) opgelegd. K. vertrok vervolgens met zijn flottilje naar de riv. van Berbice, bezette het eiland en kwam met den gouv. van Fr. W.-Indië overeen om gezamenlijk met een vloot van 18 schepen de Engelsche vloot aan te vallen ; de zeeslag bij Nevis bleef onbeslist.
K. vertrok met zijn schepen naar Virginië, veroverde in de monding van de James-riv. eenige Engelsche schepen en keerde naar het vaderland terug, waar hij in Aug. 1667 aankwam. Einde Nov. van dat jaar kwamen Suriname en Cayenne opnieuw in Engelsche handen en ondanks de bepalingen, bij den vrede van Breda op 31 Juli vastgesteld, bleek een vergelijk ónmogelijk. De Staten van Zeeland drongen op lastgeving van den koning van Engeland op teruggave van de kolonie aan en zonden in Januari K. naar Suriname, waar hij, in Mei 1668, andermaal de prinsenvlag op het fort Zelandia heesch. Uit een officiëelen brief van Paramaribo d.d. 14 Febr. 1670 blijkt, dat K. toen niet meer leefde. Litt.: Zie Encycl. van Ned. W.-Indië.