Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Krijt

betekenis & definitie

Krijt, - cretaceicum, de derde of jongste der perioden van de mesozoische aera. De naam is afgeleid van het schrijfkrijt, welk gesteente in Engeland, Noord-Frankrijk en het Oostzeegebied onder de afzettingen uit de bovenste afdeeling der formatie een groote rol speelt. Het schrijfkrijt is echter volstrekt niet een algemeen kenmerkend gesteente van de formatie, aangezien deze in de genoemde gebieden nog door vele andere gesteenten wordt opgebouwd en in andere het schrijfkrijt geheel ont breekt. Tijdens het k. kreeg de zee een groote uitbreiding ; de transgressie, welke haar hoogtepunt bereikt in het cenomaan (zie lager), is wellicht de omvangrijkste, welke de aarde doorgemaakt heeft.

Zij is op vele plaatsen door discordantie in den lagenbouw terug te vinden. Zoo ligt bij Essen en Namen het cenomaan onmiddellijk op het carboon, bij Dresden en Regensburg onmiddellijk op archeïsche gesteenten. De transgressie had vooral plaats ten opzichte van de continenten. In de gebieden der geosynklinalen geschiedde juist het tegendeel. De diepte der zee bleef tijdens het voortschrijden tot hare grootste uitbreiding gering. Eerst in het turoon (zie lager) nam zij toe, terwijl de horizontale uitbreiding toen constant bleef. Een scherpe scheiding is mogelijk tusschen twee afdeelingen, het onder- en bovenkrijt. Het onder-k. wordt nog onderverdeeld in : (van onder naar boven) berriasien, valanginien, hauterivien, barrémien (deze vier tezamengevoegd tot neocoom, waarvan het onderste deel de wealden), aptien en albien (te zamen ook gault).

Het boven-k. wordt verdeeld in cenomaan, turoon, senoon en danien. De scheiding tusschen onder- en boven-k. is vooral daarom zoo scherp te maken, omdat met den aanvang van het cenomaan, den eersten trap van het boven-k., de transgressie haar hoogtepunt begon te nemen. Ook de scheiding van de onmiddellijk oudere en van de onmiddellijk jongere formatie, jura en tertiair, wordt meestal aangegeven door een optreden, resp. ophouden van een transgressie. Palaeontologisch kunnen de mariene krijtlagen in twee gebieden, een Noordelijk en een Zuidelijk, verdeeld worden. Het eerste omvat het k. van Noord-Frankrijk, Engeland, Duitschland benoorden de Alpen, Denemarken, Z.Skandinavië, Rusland en van de N.-Amerik. staten Nieuw-Jersey, Tennessee, Kansas, Dakota en Californië, terwijl men het Zuidelijk gebied vindt in Z.-Europa, inclusief de Alpen en de Karpathen, alsmede in het Zuiden van N.-Amerika, zooals Texas, Alabama en Mexico, verder in West-Indië en Columbia.

Dit verschil wordt verklaard uit klimatologische oorzaken. In volmaakte overeenstemming daarmede is de waarneming, dat de cretaceische houtgewassen uit het Noorden duidelijke, die uit Egypte geen spoor van jaarringen vertoonen. — K. wordt in de industrie gebezigd als goedkoope witte verfstof (Weener kalk, marmerwit, blanc de Meudon), vooral als waterverf, daar het voor olie te weinig dekkracht bezit. Het wordt daartoe zeer fijn gemalen en geslibd. Verder in de pottebakkerskunst en voor het vervaardigen van schrijfkrijt, zoowel wit als gekleurd. Kunstmatig (gepraecipiteerd) k. uit chloorcalcium en soda-oplossing, wordt o. m. gebezigd voor tandpasta’s.