Kossuth (lodewijk) - Hongaarsch staatsman, geb. 1806 te Monok, studeerde in de rechten en vestigde zich als advocaat in Pest, waar hij optrad als journalist en de nationale beweging steunde. In 1847 lid geworden van den landdag, drong hij in Maart 1848 in zijn redevoeringen aan op ’t ontslag van von Metternich en op een constitutie. Toen 17 Maart 1848 Hongarije ’t min. Batthyani kreeg, was hij als min. van fin. hiervan de leider.
Wanneer, tengevolge van ’t streven der Oost. regeering de verleende concessies in te trekken, er een oproerige beweging in Buda-Pest uitbreekt en deze zich uitbreidt over geheel Hongarije, treedt K. op als leider van ’t comité tot verdediging (Sept. 1848) en drijft hij op ’t congres van Debreczin (April 1849) door, dat de Habsb. van den troon vervallen verklaard worden. Na de capitulatie van Vilagos neemt hij de wijk naar Turkije, waar hij geïnterneerd werd. In 1851 mocht hij dit land verlaten en vestigde zich na een reis door de Ver. Staten in Londen (1852), waar hij met Mazzini en Ledru Rollin een revolutionnair comité vormde. In den oorlog van 1859 trachtte Nap. zich van hem te bedienen om een opstand in Hongarije te bewerken, in 1866 beproefde hetzelfde Bismarck; gevolgen hebben deze pogingen echter niet opgeleverd. In 1875 vestigde hij zich te Turijn, waar hij, nadat hij geweigerd had gebruik te maken van de verleende amnestie in 1894 is overleden.
Litt.: A. Frey, Ludw. Kossuth und Ungarns neueste Geschichte (1849); L. Kossuth, Werke (1901 i. h. Hong.); B. Szemere, Pol. Charakterbilder aus der Ung. Freih. (1852); B. Szemere, Pol. Charakterskizze (1853); F. Newman, Reminiscenses of two exiles (1888); L. Kossuth, Meine Schriften aus der Emigration (1880).