Kloostergeloften

betekenis & definitie

Kloostergeloften - De door kloosterlingen na vastgestelden proeftijd publiek af te leggen geloften van vrijwillige armoede, eeuwige zuiverheid, volkomen gehoorzaamheid. Door de gelofte van vrijwillige armoede doen de kloosterlingen afstand van het eigendomsrecht of minstens van de vrije beschikking over hun tijdelijke goederen ; door de gelofte van eeuwige zuiverheid verplichten zij zich niet alleen om zich van elke zonde van onkuischheid te onthouden, maar ook om het huwelijksleven vaarwel te zeggen; door de gelofte van volkomen gehoorzaamheid onderwerpen zij zich volgens de kloosterregels geheel aan het gezag van de wettige, geestelijke oversten. De k. worden onderscheiden in eeuwige, d. i. altijd bindende, en tijdelijke, d. i. af te leggen voor een bepaalden tijd en daarna telkens te hernieuwen ; verder worden ze onderscheiden in eenvoudige en plechtige k.; plechtige zijn die, welke als zoodanig door de R.-K. kerk worden erkend.