Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Khalief

betekenis & definitie

Khalief - (Arabisch), titel door Aboe Bekr aangenomen als plaatsvervanger en opvolger van den profeet Mohammed en na hem gedragen door het hoofd der Mohammedaansche theocratie. De waardigheid werd aanvankelijk bepaald door keuze, doch spoedig erfelijk in het geslacht dor Omaiyaden, later in dat der Abbasiden tot op de verovering van Bagdad door de Mongolen in 1258. De Sjiieten echter beweerden, dat deze waardigheid slechts op een goddelijke aanwijzing kon berusten en leerden verder, dat een dergelijke aanwijzing ten gunste van de afstammelingen van Fatima, de dochter van Mohammed had plaats gehad. Dientengevolge beschouwen zij zoowel de Omaiyaden als de Abbasiden als usurpatoren en de Aliden tot den post van Khalief geroepen ; zij het ook dat zij liever aan het hoofd der theocratie den titel Imam geven.

Zoo konden ook de Fatimiden van Egypte in de 10de eeuw en later de Abbasiden het recht op den titel K. betwisten en dien voor zich opeischen. Na den val van Bagdad heeft de titel echter zijn beteekenis verloren, hoewel de Egyptische Sultan Beibars een afstammeling der Abbasiden aan zijn hof lokte en hem om politieke redenen voor de leus als K. erkende. Na de verovering van Egypte door de Osmanen toonden de Turksche sultans van Constantinopel geneigdheid zich zelven als wettige erfgenamen van dien titel te beschouwen, vooral toen het misverstand der Christelijke Mogendheden daaraan de beteekenis gaf van geestelijk hoofd van den Islam, alsof K. in den Islam zooveel was als Paus in de Christenheid, wat volkomen onjuist is. In werkelijkheid heeft de K. nimmer eenig recht gehad „in sacris” en was h^j evenzeer een dienaar van de goddelijke wet als ieder ander geloovige. Kortom K. is in den Islam een bloote titel, die zelfs door hoofden van miniatuurstaatjes, bijv. in onze Oost gedragen wordt.

< >