Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Jitta

betekenis & definitie

Jitta - (Daniël Josephus), Nederl. rechtsgeleerde, geb. 1854 te Amsterdam, promoveerde in 1880 te Leiden in de rechten op een proefschrift, getiteld: Het vonnis van faillietverklaring in het internationaal privaatrecht, vestigde zich vervolgens als advocaat te Amsterdam, werd aldaar in 1894 benoemd tot hoogleeraar in het handelsrecht en het internationaal privaatrecht, welk ambt hij vervulde tot 1913, toen hij tot lid van den Raad van State werd benoemd. Hij is een autoriteit op het gebied van het internationaal privaatrecht. Van zijn geschriften noemen wij: Rapport sur les congrès internationaux (Exposition internationale coloniale et d’exportation générale, Amsterdam 1883. 1e et 2e partie: 1884, 3e partie: 1887); Le méthode du droit international privé (1890); La codification du droit international de la faillite (1895); La substance des obligations dans le droit international privé (2 dln., 1906—1907); De invloed van Zuid- en Noord-Nederlandsche rechtsgeleerden op de ontwikkeling van het Internationaal Privaatrecht (1913); Internationaal Privaatrecht (1915 v.).

< >